nieuws

De tragiek van de Surinaamse kolonisten

Vier Nederlandse kolonisten van het eerst uur
Vier Nederlandse kolonisten van het eerst uur
Een paar weken geleden verhaalden we in Hoogtij over hoe predikant Seine Bolks uit Hellendoorn met een groep gemeenteleden vertrok naar Amerika. Het speelde zich allemaal af in de negentiende eeuw – een tijd van misoogsten en grote armoede. Minder bekend is de actie van drie predikanten om een kolonie te stichten in Suriname. Ook gezinnen uit Overijssel werden geronseld, bijvoorbeeld het gezin Ezendam uit Enter. De kolonisatie mislukte jammerlijk en eiste honderden doden. Gerrit Kraa verdiepte zich in de dramatische geschiedenis. Jan Groenewegen ging met hem terug in de tijd.
De foto is genomen in 1893. Van links naar rechts: C.A. van Brussel (59 jaar), G. Rijsdijk ( 53 jaar), F. Velthuizen (60 jaar), R.A. Taminga (ook geschreven als Temmenga, Tamminga, 53 jaar) Deze heren behoren tot de stamouders van de groep, die in Suriname bekend staat als de Boeroes, Hollandse kolonisten. Zij kwamen in 1845 in Suriname aan in een 'proeve' tot landbouwkolonisatie, een initiatief van drie predikanten. Een groep van 17 gezinnen, 104 personen, vestigde zich aan de Saramaccarivier (Groningen). De vestiging was slecht voorbereid: de grond was drassig, woningen waren niet gereed, bouwgrond, gereedschap, vee, levensmiddelen en drinkwater ontbraken. Spoedig kwam een tweede groep van 12 gezinnen. Er brak een epidemie uit en de 'proeve' werd een catastrofe. In 1853 was meer dan de helft van de kolonisten overleden. Een klein aantal werd gerepatrieerd, de overblijvers vestigden zich in de omgeving van Paramaribo, o.a. te Uitvlugt.

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie? Tip de redactie via WhatsApp of via de mail.