Slachtoffer pesten op het werk vindt dat minister Asscher niet ver genoeg gaat

Hartholt is ervaringsdeskundige. Hij is gepest op het werk en heeft daar nog steeds last van. Hij werkt aan zijn herstel. Het gaat de goede kant op. De pesterijen hebben Hartholt ook strijdbaar gemaakt.

Hij neemt hij het initiatief voor twee petities: 'Stop pesten op het Werk!' en 'Pesten op het werk in het wetboek van strafrecht'. Ook start hij de actiegroep Stoppestenophetwerk.nu. 

Vanuit zijn woonplaats Dedemsvaart spreekt hij mensen uit alle geledingen van de maatschappij. Zijn doel: een pestvrije werkvloer. Hartholt vindt dat minister Asscher op de goede weg is. Onder meer met het speciale team dat vanaf volgend jaar bedrijven ondersteunt bij de aanpak van pesten en ander ongewenst gedrag op de werkvloer.

Maar het is onvoldoende om pesters van de werkvloer te krijgen. "Handhaving, een zero-tolerancebeleid en hulp voor bestaande slachtoffers van pesten op het werk zijn nodig", meent hij.

Hartholt concludeert dat slachtoffers van pesten op het werk niet goed beschermd worden door de wet. "De indruk bestaat zelfs dat in juridische zin de pestkoppen op het werk beter beschermd zijn dan de slachtoffers. Duidelijk is dat de huidige wetgeving, door de koppeling aan het discriminatieverbod, weinig bescherming biedt voor slachtoffers van pestgedrag."

Minister Asscher wil er niet aan, maar Hartholt vindt dat pesten op het werk een strafbaar feit moet worden. "Niet als stok om mee te slaan, maar als stok achter de deur om de nu veelal afwezige preventie af te dwingen en om de juridische positie van slachtoffers van pesten op het werk te versterken."

Hartholt mist nog een ander belangrijk onderdeel in de plannen van Asscher. "Hij zegt niets over hulp voor de bestaande slachtoffers van pesten op het werk. Mensen die door het gepest hun baan en gezondheid zijn kwijtgeraakt." Een misser vindt Hartholt.

Veel organisaties melden op de papier dat werknemers op de werkvloer normaal met elkaar moet worden omgaan. "Maar papier is geen garantie voor sociale veiligheid. Medewerkers blijken beter af in een organisatie zónder beleidsnota, maar mét een directeur met ‘het hart op de goede plaats’", besluit Hartholt.