Nieuws
Meer animo voor streekproducten door corona; "Schakel moet ertussenuit'

Hoewel streekproducten al erg in trek zijn in de provincie Overijssel, is de animo nog lang niet groot genoeg. Als het aan de provincie ligt, koopt een op de vijf Overijsselaars straks streekproducten. "Door schakels ertussenuit te halen, moet de boer een eerlijkere prijs krijgen voor zijn product", zegt gedeputeerde Gert Harm ten Bolscher.
Door de corona-uitbraak heeft de afzet van lokaal voedsel en streekproducten een impuls gekregen. Onder meer door initiatieven als #supportyourlocals.
Toch is de praktijk ook weerbarstig; consumenten kiezen als ze voor het schap staan vaak toch voor goedkoop of vinden de weg niet naar het lokale voedselproduct. Daarom is de provincie Overijssel op zoek naar goede ideeën om de verkoop een impuls te geven.
Het aandeel van streekproducten is op dit moment vijf procent. "Onderzoek laat zien dat twintig procent een reëel getal is", legt Ten Bolscher uit. "Dat betekent dat er een enorme markt is. Zeker als je de klant op de goede manier weet aan te spreken. Gemak en beleving moeten gecombineerd worden. En wat een boer doet voor zijn eigen omgeving, dat moet beloond worden."
Trots op Overijssel
"We zijn in Overijssel ook trots op onze omgeving. Dat merk je. Iedereen heeft een binding met zijn eigen omgeving. En hoe mooi is het dan dat het eten op je bord en je glas melk, dat dat ook uit je eigen omgeving komt en in je eigen omgeving geproduceerd wordt. Dat je echt weet waar het vandaan komt", vertelt Ten Bolscher.
"Je kunt zelf naar de boer gaan en het verhaal horen, want dat maakt het echt interessant. Het is bijzonder om te horen met hoeveel passie en enthousiasme een boer bezig is zijn product te maken en de zuivel te bereiden. Je ziet de zorg van de boer en wat hij doet voor zijn eigen omgeving, om dat ook mooi te houden. Dat maakt een streekproduct tot iets heel bijzonders."
Korte keten
Ten Bolscher benadrukt het belang van een korte keten: een rechtstreekse verbinding tussen producent en consument. "Ik spreek soms kinderen die denken dat melk uit een fabriek komt. Door de beleving ga je de waarde van voedsel zien. Dat zal helpen om verspilling te verminderen, maar aan de andere kant ook om de boer te belonen die aandacht heeft voor het landschap. Bovendien heb je op die manier ook kleinere transportafstanden, dat helpt bij de CO2-reductie."