Bedrijfspand in Vroomshoop blijft jaar gesloten na vondst van drugslab

De Enschedese eigenaar van het bedrijfspand verweerde zich bij de rechter tegen het besluit van de gemeente Twenterand om het bedrijfsverzamelgebouw voor 12 maanden te sluiten. Dit als bestuursmaatregel tegen de inrichting van een professioneel drugslab, dat was gevestigd achter een houten kast in een sportschool. De politie rolde het drugslab op 1 november 2020 op en hield een aantal mensen aan, onder wie de sportschoolhouder.

Volgens de eigenaar was de sportschoolhouder huurder van een deel van het bedrijfsverzamelgebouw en kan het niet zo zijn dat ook andere bedrijven die in het pand zijn gevestigd nadelen ondervinden van de sluiting van het hele gebouw.

De eigenaar wijst er verder op dat het huurcontract met de sportschool is ontbonden en dat voor de vrijgekomen ruimte belangstelling is van een potentiële nieuwe huurder die er een kringloopwinkel en een reclamebureau zou willen beginnen. Dat lukt niet als de sluiting van het bedrijfspand blijft gehandhaafd.

Bovendien loopt de eigenaar van het bedrijfspand minimaal voor een jaar huurinkomsten mis.

De rechter stelt dat het financiële nadeel als gevolg van de sluiting van het pand in Vroomhoop relatief mee zal vallen, omdat de eigenaar liefst zestig tot zeventig panden in eigendom heeft en daaruit voldoende huurinkomsten haalt om niet in de problemen te komen. Ook stelt de rechter dat er geen belangen van derden worden geschaad door de sluiting van het bedrijfsverzamelgebouw. De enige andere huurder van het bedrijfsverzamelgebouw heeft gewoon toegang tot de gehuurde ruimte en kan deze ook gebruiken.

De gemeente Twenterand verklaarde dat de aanvraag voor vestiging van een kringloopwinkel al meteen na de vondst van het drugslab is ingetrokken, zodat ook de belangen van deze toekomstige huurder niet zijn geschaad door de sluiting.

De rechter ziet derhalve geen aanleiding om het besluit van de gemeente Twenterand, om het pand 12 maanden gesloten te houden, te vernietigen.