Nieuws
Nieuwe rellen in IJsselland niet uitgesloten: 'We hebben 50 relschoppers thuis opgezocht'

De dreiging voor nieuwe 'avondklokrellen' in de regio IJsselland is er nog steeds. Politiechef Ramon Arnhem van de regio IJsselland durft z'n hand er niet voor in het vuur te steken dat het ook de komende dagen rustig blijft in de regio. Om nieuwe rellen te voorkomen, zijn ze in gesprek met zeker vijftig jongeren die afgelopen maandagavond bij de rellen in de provinciehoofdstad aanwezig waren.
Dat zeiden de politiechef en burgemeester Snijders tijdens een persconferentie van de Veiligheidsregio IJsselland. Maandagavond kwamen honderden relschoppers naar het centrum van Zwolle. Ze gooiden met vuurwerk en stenen, ook kwam de ME in actie. Sinds de ongeregeldheden zijn er 210 bekeuringen en waarschuwingen uitgedeeld.
Gisteravond bleef het weliswaar rustig in de provinciehoofdstad, maar de politie zei tijdens een persconferentie van de Veiligheidsregio IJsselland dat er nog steeds een zekere dreiging is van nieuwe rellen. "Maar we gaan er niet vanuit. Natuurlijk zijn we er wel op voorbereid", zegt Peter Snijders, voorzitter van de veiligheidsregio en burgemeester van Zwolle.
Combinatie
Dat het gisteren zo rustig was, kwam volgens Snijders onder andere door het noodbevel dat vanaf 18.00 uur was afgekondigd voor verschillende delen van de stad. Ook zijn wijk- en jeugdagenten in gesprek gegaan met jongeren die bij de rellen aanwezig waren.
"We hebben naar aanleiding van de ongeregeldheden zo'n vijftig mensen thuis bezocht, en dat blijft de komende tijd doorgaan", vertelt Snijders. "We geven aan dat dit niet de manier is om uit de crisis te komen. Die gesprekken, in combinatie met het noodbevel, hebben ervoor gezorgd dat het rustig bleef."
Straffen
Hoeveel mensen er zijn aangehouden voor de rellen afgelopen maandag is niet bekend. Sommige relschoppers hebben een boete gekregen, anderen een waarschuwing. Die waarschuwingen zijn een soort van gele kaart, als ze nog een keer worden betrapt kan een gebiedsverbod worden opgelegd.
Maar daar gaat Snijders niet vanuit. "We hopen in gesprek met hen te blijven. We hebben nu vooral nodig dat we elkaar begrijpen en begrip voor elkaar hebben."