Nieuws
Steenwijkerland laat onderzoeken wat na WOII gebeurde met Joodse eigendommen

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Steenwijkerland en Meppel laten een onderzoek uitvoeren naar wat er gebeurde met de Joodse eigendommen na de Tweede Wereldoorlog. De buurgemeenten trekken hierin samen op. Het belangrijkste doel is helderheid te krijgen over de rol van deze Overijsselse en Drentse gemeenten ten aanzien van Joodse bezittingen tijdens en na de Tweede Wereldoorlog.
Voor zowel Steenwijkerland als Meppel richt het onderzoek zich op de rol van de gemeente tijdens en na de Tweede Wereldoorlog ten aanzien van Joodse bezittingen. De uitkomst van het onderzoek geeft gelegenheid om zaken eventueel te erkennen, te zorgen voor een respectvolle afhechting en dit mee te nemen in onze herdenkingen.
56 Joodse inwoners Steenwijkerland vermoord
Uit de toenmalige gemeenten, die nu Steenwijkerland vormen, zijn 56 joodse inwoners weggevoerd en vermoord. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog leefden in Meppel bijna 250 Joden, net voor de oorlog uitgebreid met nog vijftien Duitse Joden, die hun vaderland waren ontvlucht, nadat Hitler aan de macht was gekomen. In 1945 keerden slechts achttien van hen naar Meppel terug.
Burgemeester Rob Bats van Steenwijkerland: "In Steenwijkerland heb ik gesproken met enkele nabestaanden van de Joodse gemeenschap. Bij deze nabestaanden bleek ook behoefte te bestaan aan een onderzoek naar hoe er is omgegaan met Joodse eigendommen. Zij spraken in de context van 'rechtvaardiging en afhechting'. Wij hechten er heel veel waarde aan dit uit te zoeken en hier helderheid over te kunnen verschaffen."
Burgemeester Richard Korteland van de gemeente Meppel: "Het afgelopen jaar groeide bij ons de behoefte om onderzoek te doen naar hoe onze voormalige gemeenten ten tijde van de Tweede Wereldoorlog en erna hebben gehandeld ten aanzien van Joodse eigendommen. Dit sluit aan bij de maatschappelijke behoefte die landelijk is ontstaan. Wij zijn ons ervan bewust dat het een delicate kwestie betreft, waarbij wij als gemeente een verantwoordelijkheid hadden, hebben en ook nu nog hebben te nemen. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog had Meppel een bloeiende Joodse gemeenschap en ook al is het voor de meest betrokkenen inwoners van Meppel te laat, wij zien het als een morele plicht te zorgen voor een respectvolle afhechting van die periode."
Geen warm welkom na de oorlog
Tijdens de bezetting worden ongeveer 105.000 joden uit Nederland, dat is ruim 75 procent, gedeporteerd en gedood. 24.000 vonden een onderduikplaats; 8.000 daarvan worden gevonden of verraden en alsnog gedeporteerd en 16.000 overleven de oorlog in hun schuilplaats. Uit de concentratiekampen keren slechts 4.700 joden naar Nederland terug. Na de oorlog konden de meeste Joden niet rekenen op een warm welkom. Ze moesten grote moeite doen hun bezittingen terug te krijgen. Het zorgde voor een verbittering die tot op de dag van vandaag voortduurt.
Steenwijkerland en Meppel zijn niet de eerste gemeenten die een dergelijk onderzoek laten doen. Deventer en Zwolle laten ook uitzoeken hoe tijdens en na de oorlog werd omgegaan met de Joodse eigendommen.