Nieuws
De bevers op hun plek in Deventer

De bever is terug van weggeweest. Sinds enkele jaren neemt de populatie sterk toe en lijkt de bever haar plekje in de natuur te hebben heroverd. Met name langs de IJsseloever hebben de bevers hun nieuwe thuis gevonden.
Volgens Jeanette Boogmans van de Beverwerkgroep IJsseldal zijn de bevers helemaal op hun plek in de IJsseldelta: "Wat veel mensen niet weten, is dat de bever zich inmiddels heeft gevestigd in de Ossenweerd, het schiereiland tussen Deventer en De Worp." Deze situatie zorgt er soms voor dat de mens zich bevindt in het habitat van de bever.
In de zomer is de Ossenweerd een oase van gezelligheid voor de mens. Een plek waar Deventer samen komt om een biertje te drinken of om te zonnen. Dit heeft tot dusver niet voor grote problemen gezorgd. Integendeel, volgens Boogmans heeft de bever het prima naar haar zin: "De afgelopen jaren hebben wij tientallen burchten rondom Deventer gevonden. Dit aantal lijkt voorlopig nog toe te nemen."
Volgens ruwe schattingen van de beverwerkgroep, hebben inmiddels 75 bevers hun plek gevonden langs de IJssel. Eén van de weinige problemen die de bevers ondervinden, zijn de golfslagen die worden veroorzaakt door de boten op de IJssel.
Bever in waterproblemen
Vanwege de hoge waterstand komen ook de bevers soms in de problemen. Zo waren de bevers in Veessen, vlakbij Welsum, genoodzaakt het hoger op te zoeken en bovenop de burcht te gaan zitten. "Het komt niet vaak voor dat de bevers zich overdag laat spotten. De bever is voornamelijk actief in de nacht en is behoorlijk schuw voor de mens. Daarom is de burcht in Veessen zo bijzonder om te aanschouwen."

Knagend een bijdrage leveren aan de klimaatproblematiek
De grootste knaagdier van Europa brengt niet alleen variatie in de flora en fauna maar heeft ook een positieve werking op het klimaat. Amerikaanse onderzoekers kwamen enkele jaren geleden tot de conclusie dat de klimaatsverandering een negatieve werking had op de zalm in Canadese wateren. Uiteindelijk bleek de bever de reddende engel: "Door het bouwen van dammen zorgen de bevers er voor dat het water voor een langere periode kan worden vast gehouden. Hierdoor stroomt het water niet weg en blijft de temperatuur van het water mild," aldus Jeanette Boogmans.
In de uiterwaarden van de IJssel worden meestal geen dammen gemaakt, het waterpeil kan veel verschillen tussen laag en hoogwater. Ze lossen dit op door verschillende burchten op verschillende hoogten te hebben. Wat de bevers in de uiterwaarden wel doen in relatie tot het klimaat, is kleine dammen bouwen wanneer het water erg laag komt te staan. Zo zorgen ze dat een deel van hun gebied nat blijft en dus minder uitdroogt. Het water warmt langzamer op dan de grond, dus ook hier bij Deventer leveren ze op kleine schaal een bijdrage aan het klimaat.
Toch verwacht de werkgroep, dat onderdeel uitmaakt van de landelijke bever- en otterclub Calutra, dat het aantal bevers in zowel de Schipbeek als IJssel de komende jaren langzaam maar zeker gaat stabiliseren. Volgens de natuurexpert werkt het met bevers net zoals met de mens: "Ook de bever heeft behoefte aan rust. Als het gebied te vol zit, zal de bever zich niet verder gaan voortplanten en zal de populatie gaan stabiliseren."