Nieuws
Streekproducten ook belangrijk in restaurants en bedrijfskantines
Restaurants en bedrijfskantines zouden meer gebruik moeten maken van voedsel uit de omgeving. Om dat te bevorderen, heeft de provincie Overijssel een zogenaamde 'dealmaker' aan het werk gezet. Er is genoeg aanbod van streekproducten, nu nog het gebruik ervan voor en door de massa.
Overijssel kent 7000 boeren en het marktaandeel van lokaal voedsel is 3 tot 5 procent. Dus slechts zo'n 350 boeren produceren en verkopen hun eigen producten. Dat gebeurt op de markt, in kraampjes of kleine winkeltjes bij de boerderij zelf.
Tegenwoordig verkopen ook steeds meer supermarkten streekproducten vanuit de schappen. De verkoop van streekproducten is nog steeds marginaal.
De provincie Overijssel wil daar verandering in brengen. Betere verkoop stimuleert boeren om te investeren, de lokale economie wordt gestimuleerd en doordat transportkosten laag blijven profiteert het milieu en uiteindelijk ook de consument. Vanaf vandaag heeft Overijssel een 'dealmaker' in dienst die de verbinding moet leggen tussen die boeren en de markt.
'Dealmaker korte keten'
Die dealmaker is Koen Olde Hanter. Koen heeft in Enschede een winkel in streekproducten en probeerde al op allerlei andere manieren om streekproducten lokaal beter te kunnen verkopen. Nu moet hij die werkzaamheden op een lager pitje zetten want in zijn nieuwe functie kan Koen zich volledig richten op een beter samenspel tussen de producten en de afnemers.
"Ik vind dat als je ergens voor staat, dan moet je er ook voor gaan. Dat kan zometeen omdat we het makkelijker maken. Daarvoor staat de provincie en daarvoor sta ik als dealmaker", aldus de jonge bevlogen ondernemer.

Structureel gebruik lokaal voedsel
Koen gaat streekproducten de komende jaren onder de aandacht brengen bij grote bedrijven, overheidsinstellingen, zorginstanties en ziekenhuizen. Zijn doel - en dat van de provincie Overijssel- is om ook die grote afnemers te bewegen op structurele basis lokale producten te gebruiken in de bereiding van voedsel.
Restaurants, bedrijven en instellingen die nu nog geen lokale producten gebruiken doen dat meestal omdat de markt nog versplinterd is. Voor een lapje varkensvlees moet je naar boer A, de tomaten komen van boer G, rundvlees van boer K en de kruiden haal je weer bij boer S.
Het kost teveel tijd en energie om uit te zoeken waar de producten vandaan gehaald moeten worden. En dan heb je de seizoenen nog, waardoor een restaurant bijvoorbeeld niet altijd verzekerd is van verse tomaten.
Iedereen in de omgeving profiteert
Koen Olde Hanter wil een brug slaan zodat bedrijven en instellingen die zoektocht niet meer hoeven te doen. Via de dealmaker worden de lijntjes korter en daar kunnen de producenten én de afnemers van profiteren. Uiteindelijk is het voor ons allemaal beter om je producten uit de regio te halen.
Dealmaker Olde Hanter: "Als jij je lapje vlees bij de boer om de hoek haalt, dan zie je dat terug in het landschap bijvoorbeeld. Want omdat jij daar koopt, kan die boer zijn landschap onderhouden en daar kun jij dan van genieten als je je dagelijkse wandelingetje maakt. Bovendien, die boer schakelt voor de uitbreiding van zijn stal weer een lokale aannemer in en zo blijft het geld in de directe omgeving. We profiteren er allemaal van"

Lovely Local
Bij restaurant Lovely Local in Enschede zijn ze verheugd met de provinciale dealmaker. Lovely Local is één van de weinige restaurants in de provincie waar gewerkt wordt met (biologische) producten uit de directe omgeving. De biologische boskip komt van boerderij Zuuver uit Buurse, weidevarkens van slagerij De Feijter uit Hengelo, de mozzarella van de Twentse buffalofarm uit Denekamp, rundvlees komt van Erfgoed Bossem uit Lattrop.
Eigenaar Gijs de Jonge van Lovely Local denkt dat het initiatief van de provincie ertoe zal leiden dat meer restaurants gaan werken met producten uit de directe omgeving. "En dat is goed voor ons allemaal. We eten gezonder, biologischer en diervriendelijker en we stimuleren de regionale economie."
Koen Olde Hanter is door de provincie aangesteld voor een periode van twee jaar. Na afloop wordt bekeken of het project succesvol was en een vervolg verdient.