Nieuws
Steenwijkerwold had zijn eigen pauperparadijs
Wie Steenwijkerwold zegt, zegt de Voorzienigheid. Steenwijkerwold heeft veel te danken aan de zusters van de Voorzienigheid die zich samen met pastoor Muiteman aan het eind van de negentiende eeuw het lot aantrokken van de arme bewoners. De nonnen en de pastoor worden geëerd met een theaterstuk.
Pastoor Muiteman kreeg in het laatste decennium van de negentiende een tijdelijke aanstelling in Steenwijkerwold. Toch zou hij er tot aan zijn dood blijven en een onuitwisbare indruk achterlaten in het dorp.
Een groep enthousiaste inwoners vatte het plan op om over Muiteman en de Voorzienigheid een theaterstuk te maken dat in september zal worden opgevoerd.
Het idee kwam van oud-schooldirecteur Jan Kuit. Hij betrok Sjef Damhuis en theatermaker Lucina Bolding bij de plannen. Marcel Harmsen werd aangetrokken als tekstschrijver.
Geschiedenisdocent Sjef Damhuis is gefascineerd door Muiteman. "Hij had iedereen tegen zich. Niemand zag zijn project zitten. De boeren waren tegen, het kerkbestuur was tegen en het gemeentebestuur wilde geen cent bijdragen, ze zagen de financiële ondergang van heel Steenwijkerwold."
"Het Gesticht"
Damhuis wist de hand te leggen op de administratie van de zusters en kwam tot zijn verrassing de naam van de opa van zijn opa tegen, als een van de eerste inwoners van het oude-mannenhuis. 'Ik had geen idee. Maar zo zullen er meer inwoners van Steenwijkerwold zijn..."
Want het was geen aanbeveling om te zeggen dat je afstamde van iemand die in "Het Gesticht" had gezeten. Bolding: "Er heerste veel schaamte over. Er was ook veel verdriet". Steenwijkerwold had trekken van de Maatschappij van Weldadigheid bij Willemsoord.
Lobbyen en creatief boekhouden
Door fanatiek te lobbyen door heel Nederland kreeg Muiteman geld bijeen voor zijn project en wist hij de Orde van de Voorzienigheid te overtuigen van de noodzaak ervan. Later gingen hun wegen uit elkaar. Muiteman was nogal een creatieve boekhouder. Damhuis: "De kerk moest een lening afsluiten om de zusters uit te kunnen kopen."
De zusters gingen voortvarend te werk. Er kwam een oude-mannenhuis, een weeshuis, scholen, een boerderij, een bakkerij, een kapel en een grote moestuin.
Vooral onderwijs vonden de nonnen van groot belang. De een na de andere onderwijsinstelling zag het licht op het steeds meer uitdijende complex.
Sodom en Gomorra
En het dorp voer er wel bij. Vooral de kweekschool, later PA, trok veel studenten. De school beleefde haar hoogtijdagen in de jaren zeventig, toen er wel 1.500 studenten waren. Wie in Noord-Nederland het onderwijs in wilde, ging in Steenwijkerwold naar de PA. Er was een internaat, maar de Steenwijkerwolders wilden ook een graantje meepikken en boden kamers te huur aan.
Lucina Bolding groeide op in de jaren zeventig en smulde als 14-jarige van de aanblik van de hippe studenten in parkajassen en met lang haar, die op rammelende fietsen langs haar huis trokken. "Ik mocht me er niet mee bemoeien van mijn vader. Sodom en Gomorra trekken weer aan ons voorbij, zei hij dan."
De opleiding stond bekend als vooruitstrevend en maatschappelijk betrokken. "De zusters keken ook naar de tv", zegt Kuit. De dagelijkse gang van zaken lieten ze over aan goed onderlegde docenten.
Na brand gesloopt
De PA is inmiddels verhuisd naar Zwolle en de meeste gebouwen van het complex zijn in de jaren negentig na brandstichting gesloopt.
Met het vertrek van de zusters verdween een groot deel aan levendigheid in het dorp en langzamerhand verdwijnt ook de collectieve herinnering aan de Voorzienigheid.
Inmiddels hebben Damhuis, Bolding en Kuit veel verhalen verzameld, genoeg voor een boek. Voorlopig hebben ze de handen vol aan een toneelstuk dat op 11 september in de Grote Kerk van Steenwijk bij Kopje Cultuur op de planken wordt gebracht.
Mensen uit de omgeving van Gelderingen waar het klooster stond, worden van harte uitgenodigd mee te doen. Ze kunnen zich opgeven bij Lucina Bolding: lucina@hbolding.nl
Zondag 11 april in Hoogtij.