Nieuws

Jeukrups zit in zestig procent van de Overijsselse eiken, is er ook zo veel overlast?

De eikenprocessierups zit in zestig procent van de Overijsselse bomen en daarmee torent onze provincie boven de rest van Nederland uit. Dat stelt het Kenniscentrum Eikenprocessierups op basis van gegevens die zeven Overijsselse gemeenten aanleverden, in totaal van 452 bomen.
Het zijn opvallende cijfers, aangezien de overige provincies zo'n tien tot dertig procent besmette bomen hebben. Daarbij moet gemeld worden dat er in Overijssel slechts 452 bomen zijn meegenomen in het onderzoek en in andere provincies duizenden. Hoe representatief zijn de Overijsselse cijfers dan?

Kleine nesten

Ben van Dinther, adviseur ecologie bij de Provincie Overijssel, heeft daar niet echt een antwoord op. "Dat is lastig te zeggen als er zeven van de vijfentwintig gemeenten informatie hebben aangeleverd. Wat we dit jaar wel zien is dat er veel kleine nestjes zijn die minder overlast geven."
Veel kleine nesten dus, ondanks dat alle gemeenten volop inzetten op de bestrijding van de rupsen. Zo werden bomen dit voorjaar in veel gemeenten met aaltjes of het bestrijdingsmiddel Xentari bespoten. Echter was het preventief bestrijden dit jaar lastiger dan in voorbije jaren.
Tekst gaat verder onder video

Zuidkant

"Door de warme augustusmaand die we vorig jaar hadden, werden er veel eitjes door vlinders afgezet. Normaal gesproken gebeurt dat voornamelijk op de noord- en oostkant van de bomen, maar dat was afgelopen jaar ook op de zuidkant. Afgelopen voorjaar was fris, maar wel zonnig. De eitjes op de zuidkant kwamen door de warmte van de zon eerder uit dan de andere eitjes, soms zelfs een maand", legt Van Dinther uit.
Aangezien de preventieve bestrijding vlak voor het uitkomen van de eitjes moet, was het dus lastig om dat op het juiste moment te doen.
Lees meer:

Weersinvloeden

Behalve de kleinere nesten zijn er andere factoren die eraan bijdragen dat er minder overlast is. "Het is dit jaar tot nu toe slechter weer dan voorgaande jaren. Mensen zijn dan minder buiten, als ze dat wel zijn dragen zij minder vaak een korte broek of korte mouwen."
Niet alleen de mensen, maar ook de rupsen passen hun gedrag aan op het weer. "Als het heel warm is, gaan de rupsen lager op de stam zitten. En als ze lager in de boom zitten, worden ze vaker gezien en gemeld", legt Van Dinther uit. Maar daar is dit jaar dus minder sprake van. "Bij kouder en slechter weer blijven ze bovenin bomen zitten. Dan worden ze minder snel opgemerkt."
Tekst gaat verder onder foto
© RTV Oost / Allard Olsman

Brandharen

Nu is de periode dat de rupsen allemaal hun brandharen verliezen en dus het risico op overlast het grootst. "Tot twee weken terug waren er weinig klachten, dus ik verwacht dat de overlast dit jaar minder zal zijn", besluit hij.

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie? Tip de redactie via WhatsApp of via de mail.