Nieuws

Molenaar Bastiaan geniet van zijn ambacht in Olst: "Niet makkelijk, wel leuk"

Het was het vak van zijn vader, van zijn opa, en zo nog wat generaties terug. Molenaar Bastiaan Bökkers zet op de Bökkers Mölle in Olst een familietraditie voort die teruggaat tot 1789. "Het heet de Bökkers Molle, maar het is de molen van Olst. Ik ben heel blij dat ik er een paar jaar op mag passen."
De Bökkers Mölle is méér dan een molen. Het is een maalderij, bakkerij, winkel en een brasserie. Bastiaan Bökkers is dus ook méér dan een molenaar. “Ik ben bakker geworden om molenaar te kunnen blijven", zegt hij. "Het zijn twee passies, twee ambachten. En ik vind het allebei te gek om te doen. Maar: van huis uit ben ik mölder.”
Het is hard werken, zegt hij: "Het is niet makkelijk maar het is wel leuk. Dat is het mooie ervan." Nog iets waar hij van geniet: "Dat ik mij - in het digitale tijdperk waarin we leven - nog staande kan houden met zo’n oude molen, van mijn opa. Dat vind ik wel te gek. Dat het een beetje hard werken is neem ik daarom op de koop toe."

Alles ambachtelijk

Hij bakt dagelijks allerlei soorten broden. Van desembroden tot baguettes. "Honderd procent eigen recepten, en eigen producten. Alles wat we maken is van mijn eigen meel." Het graan voor zijn broden koopt hij zoveel mogelijk lokaal, zegt hij. En dat wordt dan allemaal in Olst gemalen en tot brood gebakken. Als het kan op de wind. "En als er geen wind is? Dan moeten we met de motor malen, dat is dan niet anders."
Hoewel de naam Bökkers Molle anders doet vermoeden, is dat geen familie-eigendom, vertelt Bastiaan: "Het pand en de grond zijn van mij, de molen is van Stichting IJssellandschap. Die zorgt voor het onderhoud, dat is echt een supergoede constructie zo."
De Bökkers Mölle wordt zo gedragen door de gemeenschap, zegt de molenaar. "Het heet de Bökkers Molle, maar het is de molen van Olst. Ik ben blij dat ik er een paar jaar op mag passen. Dat vind ik gaaf.”

Opvolging

Over de toekomst van zijn vak maakt hij zich geen zorgen. "Het vak is al heel oud. Het is een ambacht dat niet aan de moderne tijd onderhevig is, dus het zal ongetwijfeld blijven bestaan – in wat voor vorm dan ook."
Of zijn eigen zoon hem zal opvolgen, zal de tijd moeten leren. “Mijn zoon is 1,5 jaar oud, dus dat weet ik niet. Maar hij vindt het wel te gek als de molen draait. Dan zet ik hem voor het raam in de kinderstoel; dat vindt-ie helemaal te gek.” Dan komt het vast goed. “Ja dat zal wel doorgaan, toch?”
Dit verhaal is onderdeel van onze serie Zomer in Overijssel. Op deze achtste dag gingen ook naar de proeftuin van Salland. Daar vertellen ze met ieder gerecht een Sallands verhaal:
We namen ook een kijkje op landgoed de Haere. Daar ligt De IJssellinie, verdedigingswerken uit de Koude Oorlog.

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie? Tip de redactie via WhatsApp of via de mail.