Nieuws

Kleindochter en familie verontwaardigd dat opa (91) vrijuit gaat voor vermeende incest

Het slachtoffer van seksueel misbruik is zeer teleurgesteld dat haar opa vrijuit gaat.
Het slachtoffer van seksueel misbruik is zeer teleurgesteld dat haar opa vrijuit gaat. © Getty Images
De rechtbank in Almelo besloot vrijdag een hoogbejaarde man uit Almelo niet te vervolgen voor het misbruik van zijn kleindochter. Hij zou fysiek en geestelijk niet in staat zijn om terecht te staan en gaat dus vrijuit. De kleindochter en haar familie zijn zeer teleurgesteld over dit besluit. “Zij voelen zich in de kou gezet. Hun vertrouwen in de rechtsstaat heeft een flinke deuk opgelopen", vertelt een vertrouwenspersoon van de familie.
Volgens de rechtbank vertoont de verdachte hoogbejaarde man tekenen van dementie. Dat is een van de redenen waarom de rechtbank hem als 'unfit to stand trial' beoordeelt. De familie vindt dat onzin en beschrijft hun opa als een sluw persoon. Ze zouden er ook niet van opkijken als hij in het verleden meer slachtoffers zou hebben gemaakt. Van twee personen weten ze dat zeker: twee nichten van de vrouw die aangifte deed zijn ook seksueel misbruikt door hem. “Hun zaken waren volgens het Openbaar Ministerie echter verjaard”, aldus de vertrouwenspersoon van de familie.

"Hij rijdt zelfs auto"

Er is veel onbegrip over het besluit van de rechtbank om de hoogbejaarde man vrijuit te laten gaan. Volgens het slachtoffer en haar familie is hij namelijk wel degelijk in staat om terecht te staan. “Hij doet zelf boodschappen, loopt geregeld door het centrum van zijn woonplaats en hij rijdt zelfs nog auto. Als hij tekenen van dementie vertoont, zou hij dat toch niet meer mogen lijkt me”, aldus de vertrouwenspersoon.
Het vertrouwen in de rechtsstaat heeft door het besluit van de rechtbank een ferme deuk opgelopen bij het slachtoffer en haar familie. Bij hen leeft volgens de vertrouwenspersoon vooral het gevoel dat een dader beter beschermd wordt dan zijn slachtoffers.

Ontuchtige handelingen

De hoogbejaarde man (91) werd ervan verdacht dat hij van 2004 tot en met 2008 ontuchtige handelingen heeft verricht bij een van zijn minderjarige kleindochters. Het zou onder meer gaan om verkrachting. Het slachtoffer deed daar twee jaar geleden aangifte van. In die periode werd haar nicht opgenomen op de psychiatrische afdeling van ZGT in Almelo, vanwege psychische klachten door seksueel misbruik waarvoor de hoogbejaarde man ook verantwoordelijk zou zijn.
De aangifte van de vrouw leidde tot een rechtszitting waarin de man zich voor de rechtbank moest verantwoorden voor zijn gedrag. Een eerste zitting vond plaats op 23 oktober 2020. Vanwege tijdgebrek en ernstige gehoorproblemen bij de verdachte werd de zitting voortijdig afgebroken. Ook bij de hervatting van de zitting op 14 januari 2021 kwam het niet tot een inhoudelijke behandeling. De advocaat van de verdachte meldde dat zijn cliënt koorts had, verward was en dat hij de zaak niet met zijn cliënt had kunnen voorbereiden.

Fit to stand trial

Poging drie vond plaats op 19 maart 2021. Wederom vroeg de advocaat van de verdachte om uitstel. Ditmaal omdat zijn cliënt hem nog niet had gemachtigd om op zitting de verdediging te voeren. Verder verzocht de advocaat de rechtbank om - in navolging van een advies van de reclassering - een deskundige te laten onderzoeken of zijn cliënt in staat was om terecht te staan. De rechtbank gaf hieraan gehoor, uitgezocht moest worden of opa "fit to stand trial" was.
De laatste zitting bij de rechtbank in Almelo vond enkele weken geleden plaats, op 24 september 2021. De feiten, voortvloeiend uit de verschillende getuigenverklaringen, werden chronologisch benoemd, maar tot grote teleurstelling van het slachtoffer werd de zaak wederom niet inhoudelijk behandeld. Bovendien kon volgens de advocaat zijn cliënt vanwege zijn slechte gezondheid niet aanwezig zijn en had hij nog steeds geen toestemming om hem te verdedigen in een zitting.

Schuldvraag onbeantwoord

Vorige week vrijdag oordeelde de rechtbank dat de verdachte inderdaad niet is staat was om terecht te staan. Volgens de rechtbank is hij dement en functioneert op het niveau van iemand die matig verstandelijk beperkt is. Om deze en andere redenen verklaarde de rechtbank de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging van de man. Met als gevolg dat de strafzaak inhoudelijk niet kon worden behandeld en de rechtbank geen oordeel kon vellen over de schuldvraag.

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie? Tip de redactie via WhatsApp of via de mail.