Nieuws

Wie helpt mee met onderzoek naar het slavernijverleden in Overijssel?

Van de tabaksindustrie in Kampen tot de textielbaronnen in Enschede, in heel Overijssel zijn sporen terug te vinden van de slavernij. De IJsselacademie onderzoekt welke invloed de slavernij had en nog heeft op de Overijsselse samenleving. Om exact in kaart te brengen hoe omvangrijk dat slavernijverleden is moeten er nog honderden archiefstukken doorzocht worden. De IJsselacademie is op zoek naar stagiairs of amateurspeurneuzen die daarbij willen helpen.
Slavernij was binnen Nederland verboden, maar in de Kolonien konden de Nederlanders gewoon hun gang gaan. Plantage-eigenaren konden dankzij slaven goedkoop aan grondstoffen komen. Ook in Overijssel zijn de sporen daarvan nog overal terug te vinden. Overijssels kenniscentrum de IJsselacademie wil in kaart brengen welke verbanden er zoal zijn met de slavernij in de verschillende Overijsselse gemeenten, en zoekt daarbij hulp van het publiek.
Nationaal Slavernijmonument in Amsterdam
Nationaal Slavernijmonument in Amsterdam © RTV Oost

Speurwerk

In 2020 maakte historicus Martin van der Linde van de IJsselacademie al een eerste inventarisatie. Dat leverde direct een schat aan informatie op. Maar om een compleet beeld te krijgen moet er nog flink in de archieven worden gespeurd, vertelt Martin. "Er liggen nog honderden archiefstukken uit de zeventiende tot en met negentiende eeuw die we graag onderzocht willen hebben, maar we hebben zelf niet genoeg mankracht om dit op korte termijn allemaal te bekijken."
Mensen die hieraan willen meewerken kunnen zich aanmelden bij de IJsselacademie. "Je hoeft geen historicus te zijn maar we zoeken wel mensen die affiniteit hebben met het onderwerp en ook wat ervaring hebben met het speuren in een archief. Ook studenten geschiedenis die een stageplek zoeken kunnen ons wellicht helpen".

Lesprogramma

In 1863 werd de slavernij officieel afgeschaft, maar pas tien jaar later waren de slaven echt vrij. In 2023 wordt de afschaffing van de slavernij uitgebreid herdacht in Overijssel met onder meer een boek en een lesprogramma voor scholen. De IJsselacademie maakt dit samen met Comité 30 juni- 1 juli, educatief ontwerpbureau Komvoor en de Stichting Stil Verleden. Het lesprogramma wordt mede gefinancierd door de provincie Overijssel en het Fonds Cultuureducatie.
De algemene lesstof over het slavernijverleden wordt dichtbij gehaald met Overijsselse voorbeelden uit de eigen leefomgeving van de leerlingen. Bij dat lesprogramma horen ook gastlessen. Ook daarvoor zoeken de organisaties nog vrijwilligers, bijvoorbeeld Pabo-studenten met affiniteit met het slavernijverleden in Suriname, Caribisch Nederland of Indonesië.
Sporen van slavernij: gevelversiering in Kampen van tabaksplantage
Sporen van slavernij: gevelversiering in Kampen van tabaksplantage © IJsselacademie

Meer aandacht

De aandacht voor het slavernijverleden van Overijssel is de afgelopen jaren flink gegroeid. In verschillende steden zijn comités opgericht die het koloniale verleden en de slavernij onder de aandacht willen brengen en levend willen houden. In 2021 werden er in Deventer en Zwolle voor het eerst officiële herdenkingen gehouden rond Keti Koti, de afschaffing van de slavernij.

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie? Tip de redactie via WhatsApp of via de mail.