Nieuws

Levend hoogveen is zonder menselijk ingrijpen ten dode opgeschreven

Natuurgebied Engbertsdijksvenen bij Kloosterhaar
Natuurgebied Engbertsdijksvenen bij Kloosterhaar © RTV Oost / Jauke Boerdam
Zonder maatregelen is het levend hoogveen in natuurgebied Engbertsdijksvenen ten dode opgeschreven. Verdroging en een overvloed aan stikstof zijn de grootste bedreigingen. Staatsbosbeheer grijpt al een aantal jaren flink in in het gebied, met speciale aandacht voor het behoud van de hoogveenkern binnen het gebied. "Een volledig veenpakket, onontgonnen. Duizenden jaren oud", verklaart boswachter Rick de Ruiter de inzet.
"Engbertsdijksvenen is het restant van wat ooit een heel groot hoogveengebied is geweest", zegt hij. De Ruiter is boswachter bij Staatsbosbeheer, de natuurbeheerorganisatie die verantwoordelijk is voor het herstel en het behoud van dit natuurgebied. "Engbertsdijksvenen is ongeveer duizend hectare groot. Het is een bijzonder gebied. De kraanvogel broedt hier en ook de geoorde fuut. Ongeveer honderd jaar geleden bestond Overijssel voor een groot deel uit hoogveen. Daar is relatief weinig van over."
Wat is er bijzonder aan veengebied Engbertsdijksvenen?

In de spotlights

Kenmerkend voor een hoogveengebied als de Engbertsdijksvenen is de aanwezigheid van heel veel water. Natte natuurgebieden of wetlands worden dit soort landschappen ook genoemd. En vandaag, woensdag 2 februari, staan ze internationaal gezien in de spotlights, want het is Wereld Wetlandsdag, met dit jaar als thema 'Wetlands en water'. Overijssel heeft een aantal natte natuurgebieden. In de Kop ligt het grootste wetland van onze provincie: Nationaal Park Weerribben-Wieden.
Nationaal Park Weerribben-Wieden is het grootste wetland van Overijssel.
Nationaal Park Weerribben-Wieden is het grootste wetland van Overijssel. © Wiebren Hottinga
In Twente liggen er vijf: de Engbertsdijksvenen, het Wierdense Veld, het Haaksbergerveen, het Witte Veen en het Aamsveen. De veengebieden staan allemaal zwaar onder druk en dat is de reden dat de verantwoordelijke natuurorganisaties maatregelen hebben genomen en nog steeds nemen om het hoogveen te behouden. Bij bijvoorbeeld Engbertsdijksvenen leidt dit tot botsende belangen tussen boeren en bewoners enerzijds en Staatsbosbeheer en de provincie Overijssel anderzijds.

Duizenden jaren oud

De trots van Engbertsdijksvenen is zonder meer de stokoude hoogveenkern. "Deze is tussen de zeven- en achtduizend jaar oud", zegt De Ruiter. "Hoe we dat weten? Veen groeit ongeveer een millimeter per jaar en er ligt hier veen met een dikte van zeven tot acht meter. Een volledig veenpakket, onontgonnen. Dat groene spul dat je overal ziet is veenmos. Zonder veenmos geen hoogveen. Dat bruinige spul wat ertussen staat is veenpluis. Dat komt straks in bloei."
De boswachter staat stil bij de hoogveenkern. "De waterstand is hier zo stabiel, dat het veenmos er kan groeien. Veenmos heeft als bijzondere eigenschap dat het heel veel water kan vasthouden, als een spons. Hierdoor is het in staat om een eigen leefomgeving te creëren. Het vormt een ruig landschap dat met bulten boven het maaiveld uitgroeit." Daarmee benoemt hij gelijk het verschil tussen hoogveen en laagveen. "Hoogveen groeit boven het maaiveld uit en is geheel afhankelijk van regenwater. Laagveen is afhankelijk van grondwater en groeit op de waterspiegel of daaronder."

Verdroging en stikstof

De twee grootste bedreigingen voor het veen in Engbertsdijksvenen - en alle andere veengebieden in ons land- zijn verdroging en een overvloed aan stikstof. De Ruiter: "Het veen kan tegen wisselingen in het waterpeil, als deze zich beperken tot zo’n twintig centimeter. Zakt het waterpeil verder, dan krijgen de veenmossen en andere planten en dieren het heel erg lastig."
Het ideaalbeeld voor Engbertsdijksvenen: een open landschap met veel water.
Het ideaalbeeld voor Engbertsdijksvenen: een open landschap met veel water. © RTV Oost
Een teveel aan stikstof is een ander probleem. "Veel planten in het veen groeien in schrale voedselarme milieus. Door stikstofdeposities komen er steeds meer voedingsstoffen bij. Soorten als het pijpenstrootje groeien daardoor enorm en kunnen concurreren met de veenmossen. Uiteindelijk kan dit ten koste gaan van soorten als lavendelhei, laagveen-veenmos en hoogveen-veenmos."
Als Staatsbosbeheer niets doet, dan groeit het 1000 hectare grote gebied vol met bomen. "De huidige omstandigheden zijn nadelig voor het levend hoogveen en juist goed voor bos of moerasbos. Wij willen het waterpeil stabiliseren."

Wachtende slager

Het kleine restant dat Engbertsdijksvenen heet, kan samen de overige natte natuurgebieden wereldwijd een rol spelen in de strijd tegen de klimaatverandering. Veengebieden zijn in staat om grote hoeveel koolstofdioxide op te slaan. "Voorwaarde is wel dat het veen nat genoeg is. Veen dat niet nat genoeg is, stoot juist veel koofstofdioxide uit", zegt boswachter De Ruiter.
Bovendien staan de natte gebieden bekend om hun grote biodiversiteit. Dan spot hij een bijzonder vogeltje in de lucht. "Het is een 'biddende' klapekster. Hij hangt stil in de lucht en kijkt of er een prooi is. Die spiesen ze aan meidoorns of prikkeldraad om het later op te eten. Zijn bijnaam is ook wel de wachtende slager."

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie? Tip de redactie via WhatsApp of via de mail.