Nieuws
Werktuigen van Neanderthalers gevonden in Mander: "Zeldzame vondst"
In een akker bij Mander zijn gisteren vier artefacten van meer dan 40.000 jaar oud gevonden, afkomstig van de Neanderthalers. De vondst is gedaan door leden van de afdeling Twente van de Archeologische Gemeenschap Nederland (AWN). Naast de artefacten, voorwerpen die door de mens zijn gemaakt, zijn ook twee werktuigen gevonden uit de jongere steentijdperiodes. "Dit is heel bijzonder", jubelt Dick Schlüter.
Sinds 22 jaar is het terrein van de boeren Braakhuis en Wigger aan Uelserweg de plek waar de archeologen van AWN meerdere keren per jaar zoeken. Dit gebeurt in de winter voordat mais gezaaid wordt en in het voorjaar, als de maisplantjes boven de grond komen. "In 1979 werd er voor het eerst een vuurbijl gevonden", weet Schluter. "Sinds die tijd staat Mander internationaal aangeschreven. Want het idee was dat er nog veel meer in de grond lag."
Door de droogte was het dit jaar lang wachten op een geschikt moment. "De zware buien van vorige week kwamen als geroepen", vertelt Schlüter. "Gelukkig konden we er gisteren terecht. En met succes."
'Niet voor het oprapen'
Voor zover bekend is Mander de enige plek in Nederland boven de grote rivieren, waar nog restanten van de Neanderthalers zijn gevonden. Bij een eerste verkenning werd al een werktuig gevonden. Gisteren kwamen daar drie Midden-Paleolithische artefacten bij. "Dat is heel bijzonder, want die liggen niet voor het oprapen."
Expeditie Oost ging vorig jaar al langs bij vrijwilligers Kees en Ben:
Inmiddels hebben de archeologische vrijwilligers in ruim twintig jaar tijd 212 artefacten gevonden die afkomstig zijn uit dit verdwenen jagerskampement. "Het is een traditie om daar te gaan zoeken. Maar dat we in al die jaren maar iets meer dan 200 ontdekkingen hebben gedaan, geeft de zeldzaamheid aan."
Jongere steentijdperiodes
Uit jongere periodes werden ook vondsten gedaan. Zo werd er een circa 7.500 jaar oud vuurstenen tranchetbijltje uit het Laat-Mesolithicum gevonden. Daarnaast was er de vondst van een rond de 4.000 jaar oud bewerkt vuurstenen mesje gemaakt door boeren tijdens het Laat-Neolithicum of de Vroege Bronstijd. Naast deze werktuigen werden er uit deze steentijdperiodes nog verschillende afslagen van vuursteen gevonden.
Schlüter verwacht in de komende jaren nog meer vondsten te kunnen doen. "Het gebied is zeven hectare groot, maar de vondsten doen we in een specifiek deel. Daar ligt nog meer." De vondsten worden na bestudering en publicatie overgedragen aan het provinciaal archeologisch depot in Deventer.
