Meer biodiversiteit in bosgebied Rechterense Veld: "We proberen bomen dood te maken"

Jos Schouten is boswachter en Coördinator Natuurbeheer van het Rechterense Veld. Hij legt uit dat het de bedoeling is dat er open plekken worden gecreëerd in het bos. Zodat er meer afwisseling komt met dichtbegroeide stukken bos. ‘’Zo kunnen planten die meer licht nodig hebben een plek vinden, waar ook weer insecten op af zullen komen.’’

Biodiversiteit en open plekken in bossen houden nauw verband met elkaar, weet Schouten. Daarnaast is het dode hout volgens de boswachter ontzettend belangrijk voor de biodiversiteit.

Normaal gesproken ontstaat dood hout vanzelf. Maar in het Rechterense Veld is dat lastiger, omdat de bomen allemaal even oud zijn. In dat geval wil Natuurmonumenten de natuur een handje helpen. ‘’We proberen sommige bomen dood te maken door ze te ringen’’, zegt Schouten.

Ringen is een ondiepe cirkel in de stam zagen met een motorzaag. Op deze manier krijg je een staande dode boom, waar ook weer veel insecten in gaan zitten. Maar ook spechten, vleermuizen zijn volgens de boswachter fan van dode bomen.

Andere soorten hebben weer meer belang bij liggende dode bomen. Hoewel een deel van dit hout duurzaam wordt verkocht door Natuurmonumenten, laten ze ook bomen liggen om andere soorten dieren te bedienen.

Het begin van de vorige eeuw was het Rechterense Veld nog een nat heideveld. Op een plek na werd alles een eeuw geleden beplant. Het kleine stukje heideveld bevat allerlei zeldzame planten en dieren. Dat vereist volgens de boswachter weer een andere aanpak.

''Naast het creëren van open plekken, kappen we een groepje bomen in het bos, we zorgen dat er een soort snoer ontstaat van twee á drie paden. Dit omdat het bos steeds meer dichtgroeit'', zegt Schouten. Vlinders fladderen bijvoorbeeld het liefst in het zonlicht van de een naar andere plek. Daarnaast kun er op deze manier zeldzame plantjes gaan groeien, die ook op de heide groeien.

De bomen die worden omgezaagd hebben allemaal met verf een stip gekregen. ‘’Die liggen allemaal in het zicht van het pad, waardoor het kan zijn dat je als wandelaar kan denken, 'wat gaan ze veel bomen omzagen', maar dat lijkt maar zo, omdat het accent van het kappen nu vooral langs het pad ligt’’, aldus de boswachter.