Nieuws

FNV Spoor: "Concurrentie voor NS is doodsteek regionale spoorlijnen in Oost-Nederland"

Trein van Arriva op station Zwolle
Trein van Arriva op station Zwolle © Stefan Verkerk
FNV Spoor ziet niets in plannen van staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat om meer concurrentie op het spoor toe te laten. De staatssecretaris wil de regionale spoorlijnen Apeldoorn-Enschede en Zwolle-Leeuwarden/Groningen openstellen voor concurrenten van de NS, die op deze spoortrajecten het alleenrecht heeft. "Dit is de doodsteek voor het openbaar vervoer. Treinkaartjes worden duurder, arbeidsvoorwaarden worden slechter en onrendabele lijnen komen stil te liggen", stelt vakbondsbestuurder Henri Janssen van FNV Spoor over de nieuwe concessie voor het hoofdrailnet.
De FNV luidt vandaag in een rondetafelgesprek met de Tweede Kamer de noodklok. Nieuwe partijen krijgen naast de NS de kans om met treinen op het hoofdrailnet te gaan rijden. Voor de FNV staat als een paal boven water dat het openbaar vervoer niet is gediend met concurrentie op het spoor en dat NS als enige vervoerder met treinen op het hoofdrailnet moet blijven rijden. "NS behoort tot de beste spoorbedrijven ter wereld. Het is voor alle Nederlanders en de Nederlandse economie van groot belang dat dit zo blijft", aldus Janssen.

Regionale vervoerders

De staatssecretaris laat onderzoeken of lijnen die nu nog in de hoofdrailnetconcessie van NS zitten in de toekomst overgedragen kunnen worden aan regionale vervoerders. Het gaat in Oost-Nederland om de lijnen van Zwolle naar Leeuwarden en Groningen en de lijn Apeldoorn-Enschede.
FNV Spoor is kritisch over ‘decentraliseren van sprinterdiensten’, zoals het ministerie het noemt. Janssen: "Het zorgt voor een nieuw management en treinen met een ander kleurtje, maar de reizigers en medewerkers schieten er niks mee op. De kans is groot dat het slechter voor ze wordt, omdat de nieuwe aanbieder zo goedkoop mogelijk de lijn wil exploiteren. Bovendien gaat het dividend niet meer naar de Nederlandse schatkist, omdat de regionale vervoerders in handen zijn van Duitse en Franse staatsbedrijven."

Slechte invloed marktwerking

In een brief aan de Tweede Kamer wijst FNV op de gevaren van verregaande concurrentie in het openbaar vervoer. "De afgelopen maanden zijn we geconfronteerd met de uitwassen daarvan, met als duidelijkste voorbeeld de arbeidsvoorwaarden en omstandigheden van het grondpersoneel op Schiphol. Ook op het streekvervoer heeft marktwerking een slechte invloed. Ik hoop dat het parlement dit bij het spoor niet zover wil laten komen", zegt Janssen.
Hij wijst op het belang van het spoornetwerk als een nutsvoorziening. "Als het mis gaat, heb je de overheid nodig. En als die niet meer aan de knoppen zit, kan er ook niet worden bijgestuurd."

Treinkaartje duurder

Juist het platteland kan volgens de vakbondsbestuurder lijden onder het liberaliseren van de markt. "Marktpartijen kijken waar ze wat bij kunnen verdienen. Als dat niet lukt, zou je verlies gaan lijden. Dan volgt uitholling van het openbaar vervoer, zeker buiten de Randstad."
Als er te weinig reizigers zijn, zoals in de daluren buiten de spits, dan betekent het ook dat het geld ergens anders vandaan moet komen. "Een duurder kaartje", zo verwacht Janssen. En voor de medewerkers geldt dat meestal de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden bij marktpartijen minder zijn.

Arriva wuift kritiek weg

Het vervoersbedrijf Arriva dat al met treinen rijdt op de lijn Zwolle-Emmen wuift alle kritiek van de FNV weg. Dat reizigers en medewerkers er niets mee opschieten, omdat een nieuwe aanbieder de spoorlijn zo goedkoop mogelijk wil exploiteren klopt volgens directeur Anne Hettinga van geen kant.
"Nog niet zo heel lang geleden, rond 2005, wilde de NS alle noordelijke, oostelijke en zuidelijke regionale lijnen nog sluiten. Onder andere Arriva is daar toen in gesprongen en heeft die lijnen opgepakt. Dus het is onzin dat de verliesgevende lijnen alleen door de NS kunnen worden gereden. De NS wilde ze juist afstoten", reageert Hettinga bij Omrop Fryslan.

Concurrentie houdt scherp

Arriva schuift ook aan bij het overleg in Den Haag en vindt het voornemen van het kabinet een goede zaak. "Daarmee kan de hoeveelheid spoor alleen maar toenemen, in plaats van afnemen. In het belang van de reiziger is het nodig dat er concurrentie blijft. Want dan houden partijen elkaar scherp. Als er maar een partij in de markt is, wordt die partij lui. Dat gaat ten koste van de kwaliteit."
Regionale spoorvervoerders hebben nu een marktaandeel van zo'n 10 procent, maar wat Hettinga betreft mag dat 20 procent worden. "NS kan de komende tien jaar gewoon met intercitytreinen doorrijden, maar de regionale stoptreinen kunnen flink worden verbeterd."

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie? Tip de redactie via WhatsApp of via de mail.