Nieuws

Tientallen verboden bestrijdingsmiddelen in Overijsselse wateren

Algen in een van de sloten van het Levend Lab, waar Martina Vijver onderzoek doet
Algen in een van de sloten van het Levend Lab, waar Martina Vijver onderzoek doet © RTV Oost / Lisette Horst
Stoffen als dicofol, broompropylaat en simazine zeggen de meeste mensen weinig. Toch worden ze geregeld in onze Overijsselse wateren aangetroffen. Dat is opvallend, want stuk voor stuk zijn het zeer giftige stoffen, afkomstig uit bestrijdingsmiddelen die al meer dan twintig jaar verboden zijn.
Door Bram Koster en Lisette Horst
En het zijn zeker niet de enige drie giftige stoffen die in ons water worden aangetroffen. De plassen, meren en rivieren in Overijssel bevatten namelijk resten van tientallen verboden bestrijdingsmiddelen die, jaren na de ingang van het verbod, nog steeds door de waterschappen worden aangetroffen. Dat blijkt uit gezamenlijk dataonderzoek van RTV Drenthe en RTV Oost.
Door de stroom van de regen sijpelen bestrijdingsmiddelen van gewassen en tuinen naar ons oppervlaktewater, legt wateronderzoeker Milo de Baat uit. Voor onderzoeksinstituut KWR Water onderzoekt hij de effecten van die stoffen op het waterleven. "Die kunnen problematisch zijn", vertelt hij.

'Zorgwekkend'

“Neem bijvoorbeeld dicofol. Een stof die in de vorige eeuw door boeren werd gebruikt om mijten op hun gewassen mee te doden, totdat het in 1997 werd verboden. “Wanneer zo’n stof in het water terechtkomt, dan kan het daar ook allerlei waterinsecten schade berokkenen.” Een ander voorbeeld is het in het jaar 1999 verboden middel simazine, dat agrariërs gebruikten om onkruid te bestrijden, maar ook zeer schadelijk is voor waterplanten. Of chloortoluron, zo’n zelfde onkruidbestrijder, dat in 2002 werd verboden vanwege de nadelige effecten op onder meer het waterleven.
De Baat noemt het zorgwekkend dat dit soort middelen nog steeds in onze wateren wordt aangetroffen. “Zeker als ze in sommige gevallen al meer dan twintig jaar verboden zijn. Want het zijn middelen die met een goede reden zijn verboden. Ze zijn vaak heel erg giftig.”
Tientallen verboden bestrijdingsmiddelen in Overijsselse wateren

Langer dan gedacht

Ook volgens emeritus hoogleraar toxicologie Jacob de Boer (Vrije Universiteit Amsterdam) is er reden tot zorg. “De praktijk laat nu zien dat bestrijdingsmiddelen veel langer in het milieu blijven dan we eerder dachten. Op basis van laboratoriumonderzoek en de literatuur zou een aantal van de aangetroffen stoffen eigenlijk al binnen een jaar verdwenen moeten zijn. Dat dat niet het geval is, vind ik een eyeopener.” Uit vervolgonderzoek moet volgens De Boer blijken waarom sommige giftige stoffen nog steeds aanwezig zijn.
Dat stoffen jaren na een verbod nog steeds worden aangetroffen, kan immers veel oorzaken hebben. Denk bijvoorbeeld aan illegaal gebruik. Of aan middelen die hier verboden zijn, maar wel in het buitenland zijn toegestaan, en via de waterkringloop alsnog in Overijssel zijn beland.

Afbraakproces

De Boer vermoedt dat het hem vooral zit in het afbraakproces. Onder invloed van temperatuur, zonlicht en door bacteriën verdwijnen stoffen na verloop van tijd uit het milieu. In de praktijk kan dat heel erg langzaam gaan, zo ontdekte De Boer zelf al eens toen hij onderzoek deed naar de afbraak van polychloorbifenyl in palingen. Na acht jaar trof hij die stof nog steeds in zijn vissen aan, terwijl hij op basis van laboratoriumonderzoek en theorie had verwacht dat het na een jaar al zo goed als verdwenen zou zijn.
Daarnaast vlakt ook de snelheid waarmee veel stoffen afbreken na verloop van tijd af, legt De Boer uit. “Hoe lager de concentratie van een stof, hoe langzamer de afbraak ervan. Stoffen die in het water terecht komen, zullen daar soms op een lage concentratie bijna constant blijven.”

Kleine concentraties al problematisch

Een lage concentratie klinkt misschien ongevaarlijk en zal dat in veel gevallen voor grote en zware wezens als mensen ook zijn. Ook over ons goed gezuiverde drinkwater hoeven we ons waarschijnlijk geen zorgen te maken, denken de deskundigen.
Maar voor waterplantjes en -diertjes die hun hele leven in het water doorbrengen kunnen kleine concentraties wel problematisch zijn, zeker wanneer je het over meerdere middelen tegelijkertijd hebt. “Als je een heel klein beetje hebt van heel veel dingen die optellen, dan kan dat gezamenlijk wel giftig zijn. Als je heel veel kleine slokjes water drinkt, kan je alsnog een vol glas drinken”, legt Milo de Baat uit.
“Over de toxiciteit van meerdere middelen tezamen is nog maar weinig bekend. Daar ligt een schone taak voor de toxicologie,” vindt Jacob de Boer. “Zeker met het toenemende aantal stoffen dat we in ons milieu vinden, is het een steeds relevanter probleem”, vult De Baat aan, die zelf ook onderzoek doet naar het zogenoemde cocktaileffect. "Maar het is ook lastig te benaderen, omdat die cocktaileffecten moeilijk te voorspellen zijn.”
Wateronderzoeker bij KWR Milo de Baat
Wateronderzoeker bij KWR Milo de Baat © Bram Koster

'Kijk naar de markt'

Des te meer reden, zo stelt hoogleraar toxicologie Martina Vijver (Universiteit Leiden), om kritisch te kijken naar de middelen die vandaag de dag worden toegelaten op de markt. “Omdat het van de markt afhalen van die middelen niet noodzakelijkerwijs gelijk het schone effect heeft dat wij verwachten.”
Vijver beheert voor de Universiteit Leiden het Levend Lab. Dat is een serie sloten in de buitenlucht, waar de effecten van bestrijdingsmiddelen in een meer natuurlijke situatie worden getest dan in een laboratorium. “In deze sloten leven algen, watervlooien, insecten, libellelarven, van alles en nog wat. We hebben gezien dat één type bestrijdingsmiddel vaak een domino-effect heeft op meerdere van die niveaus. Als je bijvoorbeeld een middel gebruikt dat algen doodt, dan heeft ook het niveau dat zich voedt met de algen daar last van. Zoiets kan je nooit in een laboratorium testen, in een bekerglas met kraanwater, onder een constante temperatuur en in perfecte lichtcondities. Dat is een versimpeling van de werkelijkheid. Maar heel veel toelatingen van gewasbeschermingsmiddelen zijn wel op basis van dat soort laboratoriumdata gedaan.”

Manipulatie

Ook Margriet Mantingh van het Pesticide Action Network is kritisch op het huidige toelatingssysteem van bestrijdingsmiddelen. “Ten eerste moeten de toxiciteitstesten uitgevoerd worden door onafhankelijke wetenschappers en niet door de producent zelf, zoals nu gebeurt. Dat vraagt om manipulatie. Daarnaast moeten stoffen die heel moeilijk afbreekbaar zijn niet worden toegelaten. Dat gebeurt nog steeds, denk aan boscalid. Het kan drie jaar duren voordat de helft van die stof is verdwenen. Ook de effecten op het milieu worden veel te weinig getest.”
Voor de toelating van bestrijdingsmiddelen tot de markt is in Nederland het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) verantwoordelijk, maar op hoger niveau is veel geregeld via Europese wetgeving. Een wetswijziging op Europees niveau noemt Mantingh echter “een zeer moeizaam proces”, mede door de verschillende opvattingen van de EU-lidstaten ten aanzien van bestrijdingsmiddelen en de grote financiële belangen en intensieve lobby van de industrie.
Op dit moment is nog geen vijf procent van de Nederlandse wateren van voldoende kwaliteit. Daarmee behoren we tot de slechtst presterende landen van Europa. Volgens de Europese Kaderrichtlijn Water moeten we in 2027 op een score van 100 procent zitten. “Ik wil niet te pessimistisch klinken, maar ik voorzie dat we dat niet gaan halen. De meerdere verboden bestrijdingsmiddelen in ons water dragen daaraan bij”, zegt Milo de Baat. “Maar wat we wel kunnen halen, is een grote verbetering. En dat zou ook altijd het doel moeten zijn, om te verbeteren.”

Reactie waterschappen

We hebben de waterschappen om een reactie gevraagd op onze onderzoeksresultaten. Drents Overijsselse Delta geeft aan dat de onderzoeksresultaten geen verrassing zijn, maar dat het wel ongemakkelijk is. "Er zitten stoffen bij die al lang verboden zijn, maar toch nog elk jaar op dezelfde plek wordt aangetroffen en waarvan we niet weten hoe dat komt. Is er vroeger zoveel gebruikt dat de stof nu nog steeds uit het gebied uitspoelt of zitten er notoire gebruikers bij die het voor de rest verpesten?" Waterschap Vechtstromen geeft aan dat de analyse hen niet verrast. Waterschap Hunze en Aa's, in het oosten van Groningen en Drenthe, meldt dat ze in 2020 zijn gestart met een toxiciteitsonderzoek waarbij de gehele toxiciteit van alle stoffen samen wordt bepaald. Dit onderzoeksgebied is nog erg nieuw, dus daar zijn nog geen conclusies uitgekomen.

Verantwoording

Lees hier verder voor een uitgebreidere uitleg van ons onderzoek.

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie? Tip de redactie via WhatsApp of via de mail.