Universiteit Twente gaat vuurwerkramp onderzoeken in opdracht van Tweede Kamer

Bij de vuurwerkramp in Enschede explodeerde de vuurwerkopslag van SE Fireworks in de wijk Roombeek. Er kwamen 23 mensen om het leven, onder wie vier brandweermannen. In totaal raakten 947 mensen gewond. De wijk werd compleet verwoest. Het was niet de eerste ontploffing in een vuurwerkopslag: in 1991 explodeerde in Culemborg het vuurwerkbedrijf MS Vuurwerk. Daarbij vielen twee doden en tientallen gewonden.

De aanleiding voor het UT-onderzoek naar de vuurwerkramp is de aangenomen motie van Kamerlid Rense Leijten van de SP. In die motie wordt opgeroepen om de "bevindingen van onderzoeker Van Buitenen te betrekken in een onafhankelijk onderzoek naar de vuurwerkramp in Enschede en de afhandeling daarvan."

Oud-Europarlementariër en klokkenluider Paul van Buitenen schreef een zeer omvangrijk rapport over de vuurwerkramp.

Hoogleraar Bestuurskunde aan de UT, René Torenvlied, is projectleider van het onderzoek, waar ook de Radboud Universiteit Nijmegen bij betrokken is. "We begrijpen heel goed dat er mensen zijn die zich afvragen waarom het dossier rond de vuurwerkramp niet een keer gesloten kan worden. Er is tot nu toe nog niet systematisch gekeken naar de wijze waarop er door de overheid is geleerd van de ramp. Daar zullen wij met de grootste zorgvuldigheid naar kijken."

Het onderzoek van de Universiteit Twente kijkt naar de wijze waarop lessen uit eerder onderzoek naar de vuurwerkrampen zijn vertaald naar regelgeving over de opslag van vuurwerk en de bestrijding van vuurwerkbrand. Daarbij richten de onderzoekers zich op de vraag hoe de overheid beter kan leren van rampen zoals de vuurwerkrampen in Culemborg en Enschede. Torenvlied: "Wij richten ons niet op de vraag wie er verantwoordelijk was, maar hoe de Tweede Kamer kan bijdragen aan het bevorderen van leerprocessen binnen de overheid na dergelijke rampen."

Het onderzoek start in november en zal naar verwachting in het voorjaar van 2023 zijn afgerond.