Verdachte babymisbruik Ommen langer in voorlopige hechtenis

De 31-jarige man uit Ommen kwam onder begeleiding van twee agenten naar de rechtbank om zich te verantwoorden voor de rechter. Maar de inhoudelijke behandeling kon vandaag niet plaatsvinden. Omdat nog niet alle verhoren zijn afgenomen, deskundigen nog enkele rapporten moeten afronden en omdat ook nog niet duidelijk is of het OM de moeder van de baby zal vervolgen.

Het is van belang dat alle onderzoeken en verhoren zijn afgerond om tot een uiterst secure behandeling te kunnen komen, zei de rechter tegen de verdachte. Tot die tijd blijft hij in voorlopige hechtenis, ondanks een verzoek van zijn advocaat om die hechtenis te schorsen. De ten laste gelegde verdenkingen zijn te ernstig om de verdachte de behandeling van de zaak in vrijheid te laten afwachten, is het oordeel van de rechtbank.

De man zit al sinds september vorig jaar achter tralies. Hij wordt verdacht van een reeks van kwalijke incidenten over een langere periode. Het Openbaar Ministerie acht hem schuldig aan ernstige mishandeling en verkrachting van zijn pasgeboren dochtertje. In de eerste maanden van haar leven is de baby meermaals gewond geraakt.

Al direct in februari, amper een maand na haar geboorte, belandde ze voor het eerst in het ziekenhuis met blauwe plekken in haar gezicht, gebroken ribben en kneuzingen op haar rug. In de maanden daarop zou de 31-jarige vader zich meermaals aan zijn jonge dochter ben vergrepen, staat in de tenlastelegging.

Het is volgens de raadsman van de verdachte niet duidelijk of zijn cliënt de veroorzaker is geweest van het letsel bij het kindje. Artsen hebben niet goed kunnen vaststellen op welk moment het letsel zou zijn toegebracht en dan zou het kunnen zijn dat er ook andere personen in de buurt van de baby zijn geweest.

De verdachte zelf verklaarde eerder al dat het letsel door hem veroorzaakt zou kunnen zijn. De schedelbreuk zou veroorzaakt kunnen zijn toen hij het kindje hielp toen ze bijna stikte, en dat geldt ook voor de ribbreuken. Hij heeft eerder ook verteld dat hij bij het insmeren met zalf met zijn vinger mogelijk iets te diep bij het kindje binnen is getreden. Dat zou het genitaal letsel verklaren.

Andere geconstateerde feiten zou hij pas later hebben verklaard. Zo werd bij het onderzoek in het huis van de ouders in Ommen een zwaar bebloede luier gevonden onderin een vuilniszak, weggestopt achterin de garage van de woning. Bij het onderzoek van de baby in het UMCG in Utrecht heeft de verdachte vader daarover niets gezegd. Pas later heeft hij over die bebloede luier een verklaring afgelegd.

De moeder van het meisje is ook nog altijd verdacht. Justitie moet nog besluiten of zij wordt vervolgd. De moeder heeft bij de politie verklaard dat ze in mei, in aanloop naar het laatste incident, haar dochtertje al liever niet meer alleen bij haar man achterliet. Toen ze toch even de stad in geweest was, zag ze bij terugkomst dat het meisje had gespuugd en dat het kleed in de box was vervangen.

Volgens de Officier van Justitie is het zware letsel mogelijk die dag ontstaan. Ze had na haar opname op 30 mei een bloedtransfusie nodig en verkeerde in levensgevaar.

De verdachte 'is geschrokken' van het psychologisch onderzoek over hemzelf. Hij verklaart voor de rechtbank: "Mijn leven is verwoest, het is intens verdrietig en doet me heel veel pijn. Maar toch weet ik 100 procent zeker dat ik geen seksuele handelingen met dochter heb verricht."

Op 23 februari mag de verdachte zich opnieuw verantwoorden bij de rechtbank in Zwolle.