Raad van State kraakt provinciaal plan voor vernatting Buurserzand

Het is zeer de vraag of die boer wel kan overleven met de natuurmaatregelen die de provincie wil uitvoeren, oordeelt de Raad. De provincie moet het plan daarom aanpassen of de boer andere geschikte landbouwgronden aanbieden.

De provincie wil vooral het hoogveen in dit beschermde natuurgebied verbeteren. Daarvoor is vernatting noodzakelijk. De waterafvoer wordt beperkt, sloten worden gedempt of ondieper gemaakt en zo kan de grondwaterstand hoger worden. De natuur die afhankelijk is van een hoge grondwaterstand wordt dan volgens de provincie weerbaarder tegen de bedreigingen van stikstof.

Voor de boer betekenen die maatregelen dat zijn gronden in en naast het natuurgebied natter worden door de hoge grondwaterstand. Zijn teelt van maïs wordt aangetast en zijn grasland wordt gedeeltelijk te nat. Koeien kunnen het grasland dan beschadigen en ze zakken weg in de modder.

Volgens de provincie is die schade gering. Bovendien worden zijn gronden naast het natuurgebied nog altijd droger dan de grond in het natuurgebied zelf. Maar volgens de Raad heeft dit weer tot gevolg dat ganzen uit het natuurgebied naar zijn gronden uitwijken en daar het grasland aanvreten. Daar heeft de provincie ook geen rekening mee gehouden, aldus de Raad.

Verder krijgt de boer te maken met beperkingen van het gebruik van zijn grond die volgens de Raad ook onredelijk zijn. Hij moet zijn drainage verwijderen en sloten dempen. De provincie stelde dat de boer ondanks de beperkingen met zijn bedrijf kan doorgaan. Maar de Raad vindt dat de provincie dit onvoldoende heeft onderzocht.