Honderden voertuigen uit Kampen naar het Amerikaanse leger, maar Nederland 'gaat voor goedkoop'

Staatssecretaris van defensie Christophe van der Maat deed dit weekend tijdens een verkiezingscampagne voor de Provinciale Statenverkiezingen ook Broshuis in Kampen aan. Trots leidde Pieter Bas Broshuis hem rond over het enorme fabrieksterrein. "Voor alles wat te groot, te zwaar, te lang of te breed is voor gewone opleggers, bouwen wij een oplossing. Van windmolenbladen tot zware tanks, wij kunnen er een voertuig voor bouwen."

Op dit moment staan de eerste diepladers van een grote serie klaar voor het Amerikaanse leger. Een order van in totaal z'n 600 miljoen euro. "De Verenigde Staten willen het allerbeste voor hun soldaten. Ze stellen hoge eisen aan de veiligheid en kwalitet en kijken dan pas naar de prijs. Maar het Nederlandse leger gaat bij de aanbesteding liever voor de goedkoopste en niet de beste."

Staatssecretaris Van der Maat is het niet eens met de stelling dat Nederland te zuinig is: "We houden ons aan de regels die gelden voor de Europese aanbesteding. Op heel veel plekken in Nederland, ook hier, zie je dat de Nederlandse defensie-industrie klaarstaat om door te pakken. En die krijgen allemaal een eerlijke kans."

Van der Maat vervolgt: "Ik ben hier ook niet gekomen om boodschappen te doen. We zijn hier om campagne te voeren voor de Statenverkiezingen. En zo kunnen we de hoogwaardige bedrijven die aan defensie leveren ook wat positieve aandacht geven. Wat hier gebeurt, is indrukwekkend om te zien."

Wel mooie woorden voor Pieter Bas Broshuis, maar verder zal hij toch de Europese aanbesteding moeten afwachten. En dat zijn lange en ingewikkelde procedures: "Dat is wel eens lastig voor ons. Dat kan een stuk eenvoudiger", stelt Broshuis.

"Soms veranderen de regels ook nog tijdens het spel. Veel andere defensies, zoals die van Canada, Denemarken en Verenigde staten, zijn wat praktischer en die gaan veel sneller."