Een Oranje-debuut of niet: de kantine bij NEO zit bomvol dankzij de stormachtige ontwikkeling van Mats Wieffer

Ga er maar aan staan. Van persona non grata in De Grolsch Veste tot een mogelijk Oranje-debuut in slechts drie jaar tijd. Naar Mats Wieffer werd in zijn periode bij FC Twente niet of nauwelijks omgekeken. Net als Ramiz Zerrouki behoorde de Tukker tot het 'clubje van Theo ten Caat'. Wéér trainen met zes man, wéér op een bijveldje van het trainingscomplex in Hengelo. Trainer Gonzalo Garcia en technisch directeur Ted van Leeuwen zagen het niet in hem zitten. Een te grote mond, te eigenwijs. Het verhaal is inmiddels talloze keren verteld.

De transfer naar Excelsior bleek vervolgens een schot in de roos voor Wieffer. Als heerser op het Rotterdamse middenveld had hij vorig seizoen een groot aandeel in de pijnlijke degradatie van Heracles naar de Keuken Kampioen Divisie. Het kan haast niet anders of het tweeluik in de nacompetitie met de Almeloërs was doorslaggevend. Onder de rook van de eigen Kuip speelde misschien wel Feyenoords best bewaarde geheim. Toch vroeg Het Legioen zich af: Wieffer? Wie is dat?

Die ruwe voorheen onbekende diamant is met de week wat meer gepolijst. Tekst en uitleg is inmiddels overbodig. Wieffer werd vorige week door bondscoach Ronald Koeman voor het eerst in zijn loopbaan opgeroepen voor het Nederlands elftal. Nu lonkt zelfs een debuut, zeker na het wegvallen van de geblesseerde regisseur Frenkie de Jong. Nota bene tegen Frankrijk, met wereldsterren Kylian Mbappé en Antoine Griezmann. "Het lijkt wel een droom. Maar Mats probeert er zoveel mogelijk van te genieten. Het mooiste: hij is geen spat veranderd", vertelt vriend en voormalig NEO-ploeggenoot Bas Spenkelink.

Jarenlang trokken ze gebroederlijk naar 't Wooldrik, gehuld in het zwart-wit. "We speelden bij NEO samen in de F'jes en de E'tjes. En daarna nog heel even bij FC Twente." Waar Wieffer mocht blijven in Enschede, spatte de voetbaldroom van Spenkelink uiteen. Dat ook de roots van Manchester United-spits Wout Weghorst aan de Twickelerblokweg in Borne ligt, zorgt er haast voor dat je kan spreken van gewijde voetbalgrond. "Ik kreeg hetzelfde te eten als die jongens, maar mij is het helaas niet gelukt om profvoetballer te worden", lacht Spenkelink.

"Dat Mats een aardig balletje kon trappen, was al vroeg te zien. Hij stak er met kop en schouders bovenuit. Maar Oranje? Het zou wel heel aanmatigend zijn als ik zeg dat ik dit had verwacht", vult Edwin Mulder aan, oud-jeugdtrainer van Wieffer bij NEO. Wat hij zich vooral herinnert is de gedrevenheid van Wieffer, op zeer jonge leeftijd. "Dat eigenwijze waar ze het vaak over hebben is mij vroeger echter niet opgevallen. Mats kon wel erg boos worden als er niet gevoetbald mocht worden door een afgelasting. Dan checkte hij in zijn eigen tuin of het gras daadwerkelijk onbespeelbaar was. Om daarna altijd tot de conclusie te komen dat het onzin was om niet te spelen."

Achternamen zijn in Borne overbodig bij Mats en Wout. Ondanks het leeftijdsverschil van zeven jaar, stonden ze wél samen op het veld bij NEO. "In de E'tjes ondersteunde Wout mij een tijdje tijdens trainingen. Toen zag je al wel dat die twee toch anders zijn dan de rest. De instelling, de passie voor het spelletje. Bloedfanatiek. Geweldig om te aanschouwen. En nu allebei bij Oranje, dat is toch niet normaal?"

Twee doodnormale jongens van dezelfde amateurclub bij de beste voetballers van het land. Uit Borne, een plaatsje van nog geen 25.000 inwoners. Bij NEO zijn ze dan ook apetrots op Wieffer en Weghorst. Vanavond verzamelen de leden zich in de kantine, om samen op een groot scherm naar hun helden te kijken. "De training begint eerder, want we willen natuurlijk niets missen van Oranje. Ik hoop dat Mats in de basis staat, of in ieder geval speeltijd krijgt tegen Frankrijk. En anders moet het maandag, wanneer Gibraltar de tegenstander is, maar gebeuren", besluit Spenkelink.