Nieuws

‘Terreurleider’ uit Rijssen hoort jarenlange celstraf tegen zich eisen

Een zwaarbewapende politie-eenheid viel de woning van de familie B. in Rijssen binnen.
Een zwaarbewapende politie-eenheid viel de woning van de familie B. in Rijssen binnen. © News United / Bert Kamp
Het OM wil dat een Rijssenaar twaalf jaar de cel in gaat omdat hij leiding gaf aan Ahrar al-Sham, een Syrische terreurorganisatie. Ontvoeringen, martelingen en het doden van burgers gebeurde 'op grote schaal' onder zijn bewind, zegt het OM. De 47-jarige verdachte werd in 2020 opgepakt.
De man kwam in 2017 naar Nederland en kreeg een tijdelijke verblijfsvergunning. Hij werd in november 2020 in de Karel Doormanstraat in Rijssen door zwaarbewapende agenten uit zijn woning gehaald en afgevoerd. Een getuige had het OM getipt dat hij geen oorlogsslachtoffer was, maar een topfunctie vervulde binnen Ahrar al-Sham.
Volgens het OM was hij tussen januari 2012 en juni 2015 onder meer financieel beheerder van de strijdgroep in de provincie Raqqa. De verdachte ontkent dat hij ooit deel uitmaakte van de groep.

Baby met handgranaat

Maar uit onder meer foto's, chatgesprekken en getuigenverklaringen komt een heel ander beeld naar voren. Zo ontdekte de politie foto's waarop de verdachte poseert met een automatisch vuurwapen en met zijn linkerhand het tawheed-gebaar maakt, terwijl voor hem pistolen en een Koran liggen.
Op een andere foto uit 2012 staat de babydochter van de verdachte, met een handgranaat in haar hand en een pistool op haar benen. Er ligt ook een zak munitie. Volgens de verdachte gaat het om nepwapens, waar kinderen in Syrië nu eenmaal mee spelen.

Beruchte gevangenis

De verdachte zat van 2005 tot en met 2010 gevangen in de beruchte Sednaya-gevangenis in Syrië. Bekend is dat het dictatoriale regime van president Assad daar op grove wijze mensenrechten heeft geschonden en niet vies was van martelingen. Ook de verdachte heeft dat moeten ondergaan.
In 2011 komt het Syrische volk in opstand tegen Assad. In de burgeroorlog die volgt, maakt het regime zich schuldig aan grove mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdrijven. Het wordt voor de bevolking nog erger als terroristische strijdgroepen de instabiele situatie in het land aangrijpen om hun doel te verwezenlijken: het met geweld stichten van een kalifaat in Syrië.
Een van die strijdgroepen is Ahrar al-Sham. Die wordt ook in Nederland gezien als een terroristische organisatie. De groep vocht niet alleen tegen Assad, maar was ook op grote schaal betrokken bij oorlogsmisdaden.

WhatsApp-gesprekken

WhatsApp-gesprekken geven inzicht in het leven van de verdachte. Zo appt zijn zus hem over iemand die de verdachte zou kennen: "Hij zei dat hij met jou in Ahrar zat." Verdachte antwoordt: "Ik herinner me hem niet. Er waren veel mensen met mij."
En in een chatgroep met vrienden wordt verwezen naar hun vroegere werk bij Ahrar al-Sham en het kalifaat. De verdachte laat zijn vrienden in 2018 weten dat hij terug wil naar Syrië. Ook appt hij iemand over zijn vroegere rol: "Ben je vergeten dat ik een verantwoordelijke (of functionaris) was bij de overgang."
De verdachte beweert dat hij bij die grensovergang werkte voor een humanitaire organisatie. De Midden-Oostendeskundige van de politie wijst erop dat Ahrar al-Sham destijds twee grensovergangen in handen had, waardoor veel van de internationale humanitaire hulp aan Syrië langs de controle van deze organisatie ging.

Getuigenverklaring

Er zijn volgens het OM ook getuigen die de verdachte beschuldigen. Eén getuige heeft hem in 2013 twee maal gezien en gesproken. Volgens de getuige was de verdachte toen de financiële verantwoordelijke van Ahrar al-Sham in de provincie Raqqa.
Dit sluit aan bij chats waaruit is af te leiden dat de verdachte toen toegang had tot en beschikte over veel geld en een grote invloed had. De verklaring van de getuige over zijn leidinggevende rol past bij een foto uit 2013 in het dossier.
Hierop staat de verdachte met de hoogste leider van Ahrar al-Sham en diens veiligheidsadviseur. De verdachte zegt dat hij "gewoon op de foto wilde met een beroemdheid". Toch verklaren getuigen dat het onmogelijk was voor buitenstaanders om bij deze gezochte kopstukken van de organisatie in de buurt te komen. Dat past in de context van de Syrische burgeroorlog waarin jihadistische strijdgroepen ook elkaar te lijf gingen.
In de strafeis weegt het OM zwaar mee dat de leidinggevende rol van de verdachte als financieel beheerder cruciaal is geweest voor de groepering. Geen enkele organisatie kan functioneren en overleven zonder financieel beheer en het is daarom niet gek dat iemand met deze functie tot de top behoorde.
Het OM eist een gevangenisstraf van twaalf jaar met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft gezeten.

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie? Tip de redactie via WhatsApp of via de mail.