Nieuws

Vrijwilligers redden reekalfjes van de dood: "Anders komen ze in de maaier"

Vrijwilliger Gerrit Olimulder brengt reekalf naar veilige plek
Vrijwilliger Gerrit Olimulder brengt reekalf naar veilige plek © Niels Wesselink
“Anders waren de reekalfjes in de maaier gekomen en hadden ze het niet overleefd”, zegt Laurens Brummelhuis, dronepiloot en vrijwilliger. De vrijwilligers van vogelwerkgroep Geesteren speuren elk jaar de wijde omtrek van Geesteren af naar reekalfjes. Als boeren gaan maaien, starten de vrijwilligers een bijzondere reddingsoperatie en dat gaat als volgt.
Vrijwilligers redden elk jaar 20 reekalfjes van de dood
Jagers, boeren en vrijwilligers houden volgens Brummelhuis goed in de gaten waar drachtige reeën lopen en ondernemen actie 'wanneer wij zien dat een reegeit dunner is geworden'. "Want dan heeft deze een of twee reekalveren."

Vluchten

De vogelwerkgroep informeert de boer of de boer neemt zelf contact met hen op wanneer er wordt gemaaid. Het is voor een boer lastig om vanaf de tractor het reekalfje te zien in het hoge gras. En wanneer de boer in de buurt is van een reekalf verstopt deze zich alleen maar beter. “Reekalfjes kunnen zelf pas na twee weken vluchten”, zegt Brummelhuis.
Daarom komen de vrijwilligers in actie, het liefst nog voor zonsopgang. Om de reekalveren te vinden, gebruiken ze een drone met een warmtebeeld. Hiervoor is het van belang om vroeg in de ochtend te zoeken, omdat de grond dan nog niet warm is. De vrijwilligers kunnen hierdoor sneller en makkelijker ‘de juiste hotspots’ eruit filteren.
“Je moet voorzichtig lopen, zodat je niet op het reekalf gaat staan.”
Gerrit Olimulder, vrijwilliger
Als de reekalveren zijn gevonden komt vrijwilliger Gerrit Olimulder in actie. Hij loopt het weiland in, uitgerust met een afrastering en inseminatiehandschoenen. Hierna volgt, op aanwijzingen van dronepiloot Brummelhuis, een behoedzame zoektocht naar het reekalf. “Je moet voorzichtig lopen, zodat je niet op het reekalf gaat staan”, zegt Olimulder.

Handschoenen

De reekalveren worden door de vrijwilligers gered via drie methodes. De eerste is in overleggen met de boer waar het reekalf ligt, zodat hij een lange strook gras laat staan. Een tweede is het zetten van een hek om het reekalf, zodat hij zich niet kan verplaatsen en de boer maait er dan omheen. Een laatste methode is het verplaatsen van het reekalf.
“De reuk van een mens moet niet aan het reekalf komen, want dan stoot de moeder het kalfje af”
Gerrit Olimulder, vrijwilliger
Bij de laatste methode zijn de inseminatiehandschoenen belangrijk. Deze handschoenen worden gebruikt bij het insemineren van koeien, waardoor ze tot de schouders komen. “De reuk van een mens moet niet aan het reekalf komen, want dan stoot de moeder het kalfje af”, zegt Olimulder.
Het duurt even voordat Olimulder het reekalf heeft gevonden. Zelfs van een halve meter afstand is het lastig om het dier te zien. Dankzij de aanwijzingen en het scherpe oog van Olimulder lukt het dan toch. “Ja, ik zie hem!”, schreeuwt hij enthousiast. Olimulder tilt het reekalfje van nog geen week oud op en brengt het naar een veilige plek. “Een geslaagde missie”, stelt Brummelhuis.
De vrijwilligers redden elk jaar zo’n twintig reekalveren.

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie? Tip de redactie via WhatsApp of via de mail.