Verstandelijk beperkte man (62) op spoor station Borne geduwd: justitie eist celstraffen

De drie verdachten en het slachtoffer, allen woonachtig in Borne, zaten op zondagmiddag 22 januari na afloop van de wedstrijd FC Twente - Utrecht in de trein naar Borne. Op camerabeelden, die vandaag tijdens de rechtszaak werden getoond, is te zien en te horen dat de verdachten flink onder invloed van alcohol zijn.

In de trein vallen de verdachten een vrouwelijke passagier lastig, die op de stoel achter hen zit. Verdachte E. bijt de vrouw toe ‘dat ze vaker naar de McDonald’s moet gaan’ en scheldt haar meermaals uit. Als de vrouw voor zichzelf opkomt en er wat van zegt, volgt meer geschreeuw. Het latere slachtoffer zit een paar stoelen verderop in de trein en zegt dat mannen de vrouw met rust moeten laten.

Verdachte K. loopt daarop woedend naar de 62-jarige man toe en slaat hem meermaals in zijn gezicht, zo is te zien op de camerabeelden. Omstanders en veiligheidsmedewerkers van Keolis proberen de ruzie te sussen, maar de verdachten zijn des duivels. “Ik slacht hem af, ik sla hem hartstikke dood”, zegt een van de mannen, zo is te horen op de opnames. “Hij is aan de beurt”, zegt een ander.

Als de trein op station Borne stopt, stormen de mannen op het slachtoffer af. De verstandelijk beperkte man wordt van achteren aangevallen en valt op de grond. De man staat wankelend op, waarna verdachte L. hem op het spoor duwt. Daarop ontstaat grote paniek.

Vier omstanders halen de man, die het uitschreeuwt van de pijn, van het spoor. Eén minuut en 44 seconden later raast er over hetzelfde spoor een intercity voorbij.

Het slachtoffer las in de rechtbank geëmotioneerd een verklaring voor. “In een tijdsbestek van nog geen tien minuten is gebeurd wat met de pen niet te beschrijven is”, zei hij. “Ik kwam op voor de medemens, maar ik moest dit zelf bekopen.”

De nu 62-jarige man heeft nog altijd last van de mishandeling: hij kampt met pijn in zijn schouder en mogelijk moet een van zijn vingers worden geamputeerd. “Ik was een bezige bij, maar ik durfde een tijdlang niet meer alleen over straat.” Volgens de advocaat van het slachtoffer is dankzij extra begeleiding van zorgorganisatie Aveleijn erger psychisch leed voorkomen.

Tijdens de rechtszaak bleek dat de drie verdachten zich de zaak anders herinneren of niet meer alles weten. Er was veel alcohol in het spel, erkenden ze. “Ik had wel gedronken, ja. Niet zoveel dat ik dronken was, maar ik was wel aangeschoten”, zei verdachte K.

Medeverdachte L.: “Ik was dronken, ik kan me niet meer alles herinneren.” L. is door zijn werkgever op non-actief gezet en twee van zijn kinderen willen geen contact meer met hem, vanwege het geweldsdelict. De reclassering adviseert een traject voor L. om van zijn alcoholproblematiek af te komen.

De derde verdachte, die vanwege twee herseninfarcten veel medicatie slikt, had 'ongeveer tien bier op’ ten tijde van het geweldsdelict.

Volgens de officier van justitie is er sprake van poging tot doodslag door L., die het slachtoffer op het spoor duwde. Justitie eist tegen de man een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk. De andere twee verdachten moeten een half jaar de cel in, aldus justitie.

Uitspraak is op 13 juni.