Nieuws
"Gegrepen door het ambacht": Coen (18) is de jongste molenaar van Overijssel

Als de Molen van Buursink in Markelo draait, kan het zomaar zijn dat een 18-jarige knaap het monumentale draaiwerk in beweging heeft gezet. Coen Manche is als een kind zo blij met zijn kersverse molenaarsdiploma. "De combinatie van natuurkracht en historie vind ik prachtig", zegt hij.
Als peuter ging hij al aan de hand van zijn opa op bezoek bij molens. Vanaf dat moment heeft het molenvirus hem in z'n greep gekregen. Hij werd leerling-molenaar op de molen in Meppel, vlakbij zijn geboorteplaats Koekange. En is nu als gediplomeerd molenaar in Markelo actief. "Ik studeer aan de Universiteit Twente en woon net buiten Markelo bij familie. Daardoor kan ik hier nu één van de vier molenaars zijn."
Coen Manche (18) is de jongste molenaar van Overijssel
Leeftijdsgenoten hebben hele andere hobby's, maar Coen zweert bij het ambacht van molenaar. "Het beeld dat leeftijdgenoten vaak hebben bij een molen is dat het oud is, en wat gebeurt er eigenlijk? Maar als je echt in een molen bent dan hoor je alle historische verhalen en zie je de techniek. Een molen is veel bijzonderder dan jongeren denken."
Stichting De Overijsselse Molen bestaat op 10 juni 70 jaar. RTV Oost besteedt hier op alle kanalen aandacht aan met onder meer 4 portretten van molens en molenaars in Overijssel. De Overijsselse Molen is blij met het door de 18-jarige Coen behaalde molenaarsdiploma. Penningmeester Ruud Roose noemt het "perfect. Drie jonge molenaars zijn recent gecertificeerd. De jonge aanwas groeit, maar het is nog te weinig."
De techniek van de molen doet hem glunderen. Van koningsspil tot wieken-as. "Het is een heel oud ambacht dat je in stand mag houden. Wat ik het mooiste vind is het malen, het bewegen van de molen op natuurkracht. En dan het gevoel dat ze een paar honderd jaar geleden hetzelfde deden. Dan voel je de geschiedenis echt. Word je gegrepen door het ambacht."
Om nu zelfstandig de molen te kunnen draaien heeft Coen eerst een tweejarige opleiding bij het Gilde van Vrijwillige Molenaars gevolgd. Toen hij 18 werd mocht hij zijn laatste landelijke examen doen, met succes. "Ik mag nu als vrijwillige molenaar in principe op elke molen in Nederland draaien", weet hij.
Sieraad voor het dorp
Maar vooralsnog draait hij zijn diensten in de dorpskern van Markelo, bij de Molen van Buursink, ook wel Molen de Hoop of de Mölle van Maarkel genoemd. Vanaf de stelling van de molen kan hij het gasthuis waar hij verblijft zien liggen. "Gelukkig neemt het aantal jonge molenaars langzaam toe", zegt Manche. "Want het is belangrijk om de molens en de molenaarstraditie voort te zetten naar volgende generaties."
Die traditie is door zijn toedoen in Markelo voorlopig gewaarborgd: "Deze molen is echt een pronkstuk. Een sieraad voor het dorp", besluit hij.
