Steeds meer Overijsselaars hebben een camper, branche trekt stijgende 'coronalijn' door

In elke Overijsselse gemeente is het aantal kampeerauto's met minimaal een kwart gestegen. Ommen (53,9 procent), Rijssen-Holten (Rijssen-Holten 54,4 procent) en Oldenzaal (52 procent) steken er met kop en schouders bovenuit. Procentueel gezien is de stijging in Overijssel (40 procent) groter dan de landelijke groei (37 procent).

Van een werkbus een camper maken is ook in trek. "Mensen kunnen dan zelf het interieur kiezen en welke opties ze willen", vertelt Arne Veluwenkamp van Aart Camperinbouw in Heino. Het bedrijf tovert in opdracht nieuwe en gebruikte busjes om in een vakantiehut. Landelijk gezien zijn er sinds corona jaarlijks zo'n vierduizend busjes omgebouwd, laat het RDW weten.

"Ombouwen is vooral voor gezinnen handig want in fabrieksklare wagens heb je vier zitplaatsen, bij een omgebouwd busje kun je er vijf maken", zegt Veluwenkamp.

Die 'ombouwtrend' is ingezet tijdens de lockdown. "Geplande vakanties naar verre oorden konden niet doorgaan. Veel mensen kochten daarom een camper, om Nederland en Europa te ontdekken", aldus Veluwenkamp. Op de werkplaats in Heino was het in het begin van de pandemie vooral rustig. Maar toen de lockdownversoepelingen werden ingezet, kwam de vraag op gang. "Er was een explosieve vraag naar campers. Op een gegeven moment hadden we een wachtlijst van een jaar tijd", legt de camperbouwer uit.

Er deden zich situaties voor die Veluwenkamp nog niet eerder in het bedrijf had meegemaakt. "Klanten kwamen voor het eerst binnen en kochten direct een camper." En dat terwijl een tweedehandsje toch al gauw 50.000 euro kost. "Het leek alsof het de mensen niets uitmaakte. Ze wilden een camper, omdat ook onduidelijk was of reizen ooit terug zou keren."

Die enorme gekte is achter de rug. "Maar we mogen nog steeds niet klagen, hoor", benadrukt Veluwenkamp. "Nederlanders hebben door corona het kamperen ontdekt. De markt blijft groeien en dat merken wij nog elke dag."