2 doden en 7 gevangenen bij luchtgevecht boven Olst, precies 80 jaar geleden

Het onbekende luchtgevecht in de morgen van vrijdag 30 juli 1943 en de gevolgen daarvan zijn beschreven door Robert Jan Leerink voor Salland 1. In de boeken die over de geschiedenis van de gemeente Olst in de Tweede Wereldoorlog geschreven zijn, is niets terug te vinden over het drama dat zich daar vandaag hoog in de lucht afspeelde.

Bommenwerpers waren die vrijdag op de terugweg van het Duitse Kassel. Deze plaats was in de Tweede Wereldoorlog een belangrijk industrieel doelwit voor de geallieerden, onder meer omdat daar de Fieseler vliegtuigfabriek stond. In die fabriek werden grote aantallen jachtvliegtuigen geproduceerd. Het gaat om de Messerschmitt Bf 109 en de Focke-Wulf 190.

Daarom werd Kassel regelmatig gebombardeerd en tijdens een van die acties, op vrijdagochtend 30 juli 1943, ging de 8th Amerikaanse luchtmacht weer door een hel van afweervuur. Eén van de deelnemende bommenwerpers werd door het hevige Duitse luchtafweer getroffen. Daarbij werd een propeller weggeschoten, een aantal benzinetanks werden doorzeefd met kogels en ook de zuurstofvoorziening raakte beschadigd.

De bommenwerper met acht inzittenden moest vanwege de kapotte zuurstofvoorziening dalen tot op 4000 meter hoogte. Op die hoogte kon de bemanning zonder extra zuurstof verder naar huis vliegen. Maar op de terugweg werd de B-17 anderhalf uur lang onafgebroken bestookt door Duitse jachtvliegtuigen. Zo kwam die kreupele bommenwerper uiteindelijk rond 10.30 boven Salland terecht.

Een van die jachtvliegtuigen die de bommenwerper bestookten was een Messerschmitt Bf 109/G-6, die om 09.36 uur was opgestegen. vanaf vliegbasis Oldenburg. Het toestel werd gevlogen door luitenant Gerhard Hollmann. Wat er precies gebeurd is niet bekend, maar mogelijk is hij boven Olst te dicht bij de B17 bommenwerper gekomen en door een van de mitrailleurs geraakt. De machine stortte neer op de buurtschap Fortmond. De 19-jarige Hollmann overleeft het niet. Hij ligt begraven op de Duitse begraafplaats in Ysselsteyn, Limburg.

De bommenwerper maakte een noodlanding aan de Zutphensestraat in Apeldoorn. Vier van de acht bemanningsleden waren toen al uit het toestel gesprongen. De overige vier werden door de Duitsers bij het gecrashte vliegtuig gevangen genomen. Evenals drie van vier die gesprongen waren. Eén bemanningslid, Walter Anderson, overleefde de sprong niet, omdat zijn parachute weigerde. Zijn lichaam werd bij Voorst aangetroffen. Hij ligt begraven op de Amerikaanse erebegraafplaats op Margraten in Zuid-Limburg.