Nieuws
Jan (76) uit Hengelo maakt traditionele Twentse goastokken, maar wie volgt hem op?

Jan Wilmink is, zo zegt 'ie zelf, misschien wel de laatste 'goastokmaker' die alles op de natuurlijke manier doet. Van begin tot eind maakt hij de traditionele wandelstok helemaal zelf. Hij zet het Twentse gebruik in z'n eentje voort en heeft er nog plezier in ook. Maar weten we over pak 'm beet twintig jaar nog wel hoe dat moet? Zo'n goastok maken? De Hengeloër is er bang voor. "Jammer. Er gaan al zoveel dingetjes verloren."
Achter de goastok schuilt een hele geschiedenis. "Vroeger ging men met de goastok onder de arm en klompen aan de voet naar de kerk, naar de markt of op visite. Toen bestond het woord wandelen in het dialect nog helemaal niet", vertelt Jan. Daarom werd 'goan' gebruikt, Twents voor gaan. Een stok om mee te gaan dus. Bij een bruiloft werd de stok versierd met verse bloemen en papieren roosjes en bij een begrafenis werd er een zwart lint om de goastok geknoopt.
Wij gingen langs bij Jan die laat zien hoe de goastok gemaakt wordt:
Die traditie is zo langzamerhand verloren gegaan, maar de stok zelf is nog springlevend. Mede dankzij Jan, die elk jaar nog een paar goastokken maakt en ze onder andere verkoopt op braderieën. Dat gaat elke keer weer volgens hetzelfde recept. In januari trekt hij de bossen in op zoek naar toekomstige goastokken. "Dan maak ik een aantekening. Ik schrijf bijvoorbeeld op hoeveel stappen ik moet zetten vanaf een bepaalde hoek. En later in de zomer, als ik ze nodig heb voor een oude ambachtsmarkt, dan kan ik de bomen zo weer opzoeken", aldus Jan.
'Elke stok is anders'
Hij laat ons zien hoe dat in de praktijk gaat. Jan weet nog precies waar hij maanden geleden een potentiële goastok heeft gespot: ergens in een bos bij Weerselo. Hij duikt de struiken in en al vrij snel is 'ie daar: de perfecte stam. Hij pakt z'n uitklapbare mes erbij en begint te zagen. Jan heeft daarvoor toestemming van Landschap Overijssel. Het hout heeft door de kamperfoelie (een slingerplant, red.) een gedraaide vorm gekregen. Juist dat vindt Jan zo mooi aan die natuurlijke goastok. "Elke stok is anders. De ene keer is 'ie helemaal gedraaid en de andere keer maar een stukje."
In z'n schuurtje begint de afwerking. De kleine takjes knipt Jan eraf. Daarna moet hij de stam schillen. "Dan zet ik de datum erop en laat ik de stok een jaar drogen. Dan schuur ik 'm op en als 'ie helemaal klaar is, krijgt 'ie ook nog een gaatje voor een veter of een riempje." Tot slot gaat er nog een laagje zuivere bijenwas overheen.
Twentenaren hebben een stok om te laten zien: ik ben een Tukker
Maar wie koopt zo'n stok eigenlijk nog? Daar is Jan heel stellig in. "Jan en alleman. Heel veel mensen die wandelen. Twentenaren die de Vierdaagse lopen in Nijmegen hebben ook een goastok. Niet in de hand, maar achter op de rugzak. Om te laten zien: ik ben een Tukker." Daarnaast is het nog altijd een typisch cadeau voor speciale gelegenheden. Iemand die met pensioen gaat, bijvoorbeeld.
Immaterieel erfgoed
Inmiddels staat de Twentsche goastok op de lijst van immaterieel erfgoed. Maar of het ambacht ook daadwerkelijk behouden blijft? Jan heeft er z'n twijfels bij. "Als je een paar jaar verder bent, denk ik dat het gebeurd is. Ik denk niet dat de jeugd vandaag de dag het bos inloopt om te kijken naar een goastok."

Jammer, vindt de Hengeloër. Want zo'n eeuwenoude traditie moet volgens hem in ere worden gehouden. Daarom hoopt hij op enthousiaste jongeren die het (goa)stokje van hem willen overnemen. Bij deze dus een oproep. "Ik hoop dat ze denken na het zien van de video: verrek, dat vind ik wel leuk. Ik ga die Wilmink eens bellen."
Want honderden jaren geleden liepen ze in Twente al met de goastok en als het aan Jan ligt lopen ze er over honderd jaar nog steeds mee. "Dat zou mooi zijn."