Nieuws
Armeniërs in Almelo voelen zich in de steek gelaten: "De wereld kijkt gewoon toe"

De regio Nagorno-Karabach houdt op te bestaan als zelfverklaarde republiek en de wereld laat het gebeuren. Zo voelt het voor Onik Gelici, voorzitter van de Armeens Apostolische Kerk in Almelo. De gemeenschap in Almelo voelt de pijn, maar proeft weinig empathie. "We staan er alleen voor als volk."
Nagorno-Karabach bestond zo'n dertig jaar als zelfverklaarde republiek, schrijft NOS. Daarvoor was het een autonome regio binnen de Sovjetstaat Azerbeidzjan, waar vooral etnische Armeniërs woonden.
Capitulatie
De positie van de Armeense enclave was onhoudbaar geworden nadat het Azerbeidzjaanse leger eerder deze maand een oorlog was begonnen tegen de separatisten, een strijd die in minder dan twee weken was beslecht. De eis van de Azerbeidzjaanse regering was dat de separatisten hun wapens zouden neerleggen, en dat hun regering zich zou ontbinden. Aan beide eisen wordt nu voldaan.
Almelo heeft met 7000 mensen een grote Armeense gemeenschap. "Ik kan niet geloven dat het niet meer bestaat, mijn hart en gedachten zijn daar", zegt Gelici.
Geen solidariteit
Hoewel de republiek op papier 'slechts' dertig jaar bestaat, wonen Armeniërs er al veel langer. "Ons volk zit er al 4000 jaar. Nu is er een exodus. Ze werden eerst uitgehongerd en daarna werd het land gebombardeerd. De Steun van de EU en het Westen blijft uit."
Het is pijnlijk voor Armeniërs, zegt Gelici, omdat hij had gehoopt op dezelfde solidariteit als toen Oekraïne werd binnengevallen of toen Marokko werd getroffen door een aardbeving.
Ondertussen onderneemt de gemeenschap in Almelo zelf actie. Ze hebben al hulpgoederen zoals tenten en medicijnen ingezameld, binnenkort gaat er ook een groep naar Brussel om te protesteren. "Na de genocide in de Eerste Wereldoorlog moeten we zeggen: niet nog eens."