Nieuws
Boete en vrijspraak mesttransporteur uit Hardenberg

Een mesttransportbedrijf uit Hardenberg is grotendeels vrijgesproken van fraude, maar moet wel een boete betalen van 15.000 euro voor het vervalsen van vervoersbewijzen voor mest. Van het sjoemelen met mestmonsters of een zogenaamd fictief transport is het bedrijf vrijgesproken. De ondernemer en zijn vrouw werden ook persoonlijk verdacht van fraude, zij zijn door de rechtbank in Zwolle volledig vrijgesproken. Er was door het Openbaar Ministerie een boete van 35.000 euro geëist.
De advocaat van de transporteur gaf tijdens de zitting aan dat het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk moest worden verklaard, omdat er tijdens het onderzoek gebruik is gemaakt van een onjuiste verklaring van een van de betrokken boeren van wiens bedrijf mest werd afgevoerd. Een medewerker van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) zou de boer onder druk hebben gezet en zelf delen hebben toegevoegd aan de verklaring van de boer.
Advocaat Voors zei daarover "dat zijn cliënt moet kunnen vertrouwen op juiste documentatie en bewoordingen." De rechtbank in Zwolle is het daarmee eens. In de uitspraak staat dat er afbreuk is gedaan aan de verklaringsvrijheid en dat er sprake is van onherstelbaar vormverzuim.
Gesjoemel
De officier van justitie beweerde dat er bewust was gesjoemeld met het type mest dat is afgevoerd en dat mestmonsters waren gemanipuleerd. De rechtbank zegt hiervan dat er weliswaar opvallend hoge fosfaatgehaltes in de mest waren aangetroffen, maar dat niet kan worden bewezen van welke mesthoop een monster is genomen en dus ook niet kan worden uitgesloten dat het wel om rundveemest ging.
Daardoor kan er geen sprake zijn van gesjoemel of vervalste vervoersbewijzen. Hiervan is de mesttransporteur dus vrijgesproken.
Wrok
Een mesttransport zou zijn verzonnen, aldus het OM. Er zou bewust een rit zijn gepland en opgetekend terwijl er geen mest was afgevoerd. Die verklaring kwam van een oud-medewerker die met ruzie is weggegaan bij het bedrijf. Volgens de advocaat van de mesttransporteur was er sprake van wrok.
De rechtbank vindt dat er inderdaad met de nodige voorzichtigheid moet worden omgegaan met die bewuste verklaring, ook omdat de oud-medewerker niet meer met zekerheid kan zeggen of het bewuste transport in juli 2017 heeft plaatsgevonden. Daarom spreekt de rechtbank de mesttransporteur hiervan vrij.
Vervalste vervoersbewijzen
Verdachte heeft zich volgens de rechtbank wel schuldig gemaakt aan valsheid in geschrifte. Er werd net gedaan alsof rundveemest werd afgevoerd van een bepaald bedrijf, terwijl in werkelijkheid bij een ander bedrijf een andere substantie dan rundveemest is geladen. Door deze handelwijze wordt 'ten behoeve van financieel voordeel fictief ruimte gecreëerd voor het verwerken van een grotere hoeveelheid rundveemest dan wettelijk is toegestaan'.
Hierdoor wordt volgens de rechtbank het Nederlandse fosfaatbeleid ondermijnd en is het milieu mogelijk aangetast, omdat niet meer kan worden vastgesteld welke hoeveelheid mest naar welke plaats is afgevoerd.
Opluchting
De zaak speelde in 2017, de rechtbank houdt daar rekening mee in de veroordeling, mede omdat het bedrijf eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten legt de rechtbank het bedrijf een boete op van 15.000 euro.
De ondernemer legt zich neer bij de opgelegde boete. "In feite gaat het om twee transporten van de 120 vrachten per week waar ons bedrijf nu voor is veroordeeld. Voor ons persoonlijk heeft dit een enorme impact gehad. Ook bedrijfstechnisch ligt dit zwaar op de maag, je wordt toch aangekeken en weggezet als fraudeur, maar de mestverwerking is soms best ingewikkeld. Wij zijn van de grootste zaken vrijgesproken als bedrijf en privé van alle aantijgingen. Dat is een opluchting. We willen graag laten zien dat wij ons werk goed doen en met een schone lei verder gaan."