Jubilerend Praathuis Enschede hoopt op geld van de gemeente

Het Praathuis wordt gedragen door vrijwilligers, die elke dinsdag- en donderdagochtend met nieuwe Nederlanders aan de slag gaan in de bibliotheek. Het gaat om vrijwilligers die uit het onderwijs komen of een andere HBO-opleiding hebben. Zij bieden met hun lesmateriaal een extra steuntje in de rug voor deelnemers aan het Praathuis die inburgeringsexamen moeten doen.

Tussen 2009 en nu werd het Praathuis 8000 keer bezocht. Een aantal waar coördinator Rineke Janssen trots op is. Zij verklaart het succes door de vrijblijvendheid waarmee deelnemers kunnen meedoen. "Deelname is niet verplicht. Wij schrijven ook geen achternamen of adressen op van deelnemers."

Nadeel van die werkwijze is dat de meeste deelnemers aan het Praathuis na hun vertrek ook uit het zicht verdwijnen. Het is niet duidelijk wat er van de mensen terecht komt. 

Janssen zou graag meer voor de mensen doen die bij het Praathuis komen, maar dat lukt financieel niet. "Wij vallen onder Alifa, maar daar is geen geld. Voor het feestje van maandag hebben we een bijdrage gevraagd, maar het is nog niet duidelijk of dat er komt. 

In Amsterdam gaan die dingen anders, zegt Janssen. Daar draaien vergelijkbare initiatieven op duizenden euro's subsidie. Het Praathuis is afhankelijk van de gemeente. "Wij hopen dat de wethouder daar iets over wil zeggen". aldus Janssen. 

Het feestje, maandag, staat in het teken van het 10-jarig bestaan van het Praathuis dat destijds begon als laagdrempelig experiment bij vrijwilligers thuis. Tijdens het feest maandag zijn er naast deenemers en vrijwilligers ook oud-deelnemers en oud-vrijwilligers.