nieuws

OM: 'Advocaten verdachten brandstichting lunchroom in Zwolle vertragen strafzaak'

Explosie in lunchroom Da Vinci in Zwolle
Explosie in lunchroom Da Vinci in Zwolle
De advocaten van de drie verdachten van de brandstichting bij lunchroom Da Vinci in Zwolle vertragen de behandeling van de strafzaak door steeds nieuwe onderzoeken te willen. Dat zei de officier van justitie vanmorgen voor de rechtbank in Zwolle.
De Zwolse lunchroom Da Vinci vloog in maart 2014 met een flinke klap in brand. De explosie verwoestte niet alleen de zaak, maar trof ook bovengelegen woningen. Uit camerabeelden bleek dat er vlak voor de explosie twee met carnavalsmaskers vermomde mannen wegrenden.
Uiteindelijk werden de eigenaar van de zaak, zijn broer en een medewerker aangehouden. Zij zouden volgens het Openbaar Ministerie (OM) de brand gesticht hebben om het verzekeringsgeld op te strijken. Die maskers en de kleding die de daders droegen werden later teruggevonden in de tuin van één van de verdachten.

Meerdere verdenkingen 
In augustus 2014 maakte de rechtbank in Zwolle een begin met de rechtszaak tegen de drie verdachten met de verwachting dat de hele zaak in november van dat jaar afgedaan kon worden. Zover kwam het niet. In de aanloop naar de zitting kwamen er meerdere verdenkingen bij.
Betrokkenheid bij drugshandel, oplichting van de verzekering, een mishandeling en een schietpartij aan de Caspar Fagelstraat, het dossier tegen de Zwolse broers werd ingewikkelder. Dat vond de rechtbank ook. Die splitste de zaken, behandelde er een aantal en nam zich voor om vandaag eindelijk te beginnen met de strafzaak rond de brandstichting.
Zover kwam het niet, in de aanloop naar vandaag gingen er al zoveel mailtjes heen en weer dat de Zwolse rechters besloten dat er een regiezitting plaats moest hebben.

Kleding

Tijdens de zitting vanmorgen bleek dat de advocaten van twee van de verdachten vragen hebben over de kleding die gevonden was. Zij wilden weten of er door het Nederlands Forensisch Instituut sporen van brandschade, hoe klein ook, gevonden zijn op de kleding. De advocaten zagen op de camerabeelden van de explosie meteen een flinke vlammenzee ontstaan. Volgens de advocaat van de verdachten moeten daar sporen van te vinden zijn op de kleding.
Die vraag schoot de officier van justitie in het verkeerde keelgat. Volgens hem was een jaar geleden al duidelijk dat het niet waarschijnlijk was dat er geen brandschade op de kleding was. En dat wisten de advocaten volgens hem ook. Sterker nog, ze gaven zelfs aan dat nader onderzoek niet nodig was.
"Absurd dat het verzoek na al die tijd opnieuw gedaan wordt", aldus de officier van justitie, die zich zichtbaar opwond over de gang van zaken. "De advocaten zijn maar op één ding uit, de boel vertragen!"
 
Kleine kans op brandschade
Na een overleg besloot de rechtbank dat de rechtszaal geen plek voor een welles- nietesdiscussie is. De conclusie van de onderzoeker over de mogelijke brandschade was nog eens goed onderzocht. Daaruit bleek dat de kans op brandschade op de kleding klein was omdat de daders meteen wegrenden na de explosie.
Daarnaast concludeerde de onderzoeker dat de beelden van de beveiligingscamera overbelicht zijn waardoor het lijkt dat er een grotere steekvlam te zien is dan er in werkelijkheid was.  
Op 28 maart 2017 wil de rechtbank verder gaan met de behandeling van de strafzaak. 
Lees meer:
Lees meer:
Lees meer:
Lees meer:
Lees meer:
Lees meer:
Lees meer:

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie? Tip de redactie via WhatsApp of via de mail.