nieuws
Almelose oud-marinier eist excuses van de staat voor rol bij treinkaping De Punt

Oud-marinier Jack Schollink uit Almelo wil dat de staat excuses aanbiedt aan de mariniers die in 1977 zijn ingezet om de treinkaping bij De Punt te beëindigen. Daarbij werden zes van de negen treinkapers gedood en sneuvelden twee passagiers. Volgens de Almeloër wist de regering dat er doden gingen vallen bij het beëindigen van de kaping.
Schollink doet samen met zijn collega Peter Gatowinas uitgebreid zijn verhaal in een artikel in de Volkskrant. De kwestie van decennia geleden is weer actueel voor de Almeloër, omdat nabestaanden van twee neergeschoten treinkapers momenteel tegen de Nederlandse staat procederen.
'Schijnproces'
Schollink zat in 1977 als marinier bij de antiterreureenheid van de BBE, de bijzondere bijstandseenheid. Hij noemt het proces in het krantenartikel een schijnproces.
De oud-marinier heeft de afgelopen weken de getuigenissen van zijn vroegere collega's voor de Haagse rechtbank gevolgd. Hij denkt dat de staat de schuld probeert af te schuiven op de mariniers die destijds zijn ingezet. Hij denkt dat de getuigenissen zijn afgestemd.
Volgens Schollink was vooraf duidelijk dat er doden zouden vallen in de trein. Hij vertelt in de Volkskrant dat dat tijdens de briefing letterlijk is gezegd.
Basisschool Bovensmilde
De Almeloër was betrokken bij de gelijktijdige beëindiging van de kaping in een basisschool in Bovensmilde. Daar werden 105 kinderen in de leeftijd van 5 tot 9 jaar vastgehouden door vier kapers. In tegenstelling tot bij de trein vielen in de school geen slachtoffers toen de mariniers de kaping beëindigden.