nieuws

Nieuwe aanpak reclassering moet burgemeesters voorbereiden op terugkomst zedendelinquenten

Protestmarsen tegen pedofielen, boze buurtbewoners die eieren tegen ramen gooien en de inzet van de ME, het kan allemaal ontstaan nadat een zedendelinquent terugkeert naar zijn oude buurt. Om te voorkomen dat dit vaker voorkomt gaan gemeenten in Twente en Reclassering Nederland vroegtijdig informatie uitwisselen over verdachten van zedenmisdrijven.Â
Er is nu nauwelijks contact tussen gemeenten en de reclassering. Pas enkele weken voordat een zedendelinquent vrijkomt, informeert de reclassering een gemeente daarover. En alleen maar als de zedendelinquent onder voorwaarden vrij komt. Dus als hij bijvoorbeeld een locatieverbod heeft of een enkelband.

Zedendelinquent

In sommige gevallen ontstaat onrust in een buurt of wijk als een zedendelinquent na lange tijd plotseling weer opduikt. Regiomanager André Cardol van Reclassering Nederland: "Stel iemand heeft acht jaar gezeten, dan is zo iemand uit het zicht verdwenen. Dan denken bewoners vaak: 'die zien we nooit meer terug'. Maar er komt een moment dat de meesten weer vrijkomen in Nederland."
En dan kan het gebeuren dat een buurt of wijk op zijn achterste benen staat. Vicevoorzitter Sander Schelberg van het Districtelijk veiligheidsoverleg (DVO) is daarom voorstander van het elkaar vroegtijdig informeren. "Wij willen zo snel mogelijk en zo lang mogelijk van tevoren weten welke personen terugkeren. Niet dat we er door worden overvallen, want dan is er bijna niets meer aan te helen."

Strafproces

In de nieuwe opzet hebben gemeenten en de reclassering al tijdens het stafproces contact met elkaar, dus nog voordat de verdachte is veroordeeld.
"Iemand heeft bijvoorbeeld zijn partner verkracht", noemt Cardol als voorbeeld. "Dan is het niet wenselijk dat zo iemand na detentie weer terugkeert in dat huis. Wij kunnen de rechtbank straks tijdens het proces, met informatie van de gemeente, adviseren om een locatieverbod op te leggen na de detentie. Dat kan de rechtbank dat al meenemen in haar vonnis."

Anne Faber

Op de vraag of een zaak als die van Anne Faber door de samenwerking is te voorkomen antwoordt Schelberg: "Dat is de bedoeling, maar helemaal voorkomen kun je het niet.
André Cardol zegt: "Nooit is iets totaal te voorkomen. Maar als je iets aan de voorkant regelt, is het aan de achterkant veiliger. Iemand kan beter met toezicht naar buiten komen, dan zonder toezicht."
Anne Faber (25) uit Utrecht verdween op vrijdag 29 september tijdens een fietstocht. Op 9 oktober werd Michael P. (27) aangehouden voor betrokkenheid bij de vermissing. P. zit een lange celstraf uit voor de gewelddadige verkrachting van twee meisjes van zestien en zeventien jaar. Hij bereidt zich voor op een terugkeer in de maatschappij. Op donderdag 12 oktober werd Anne Faber dood gevonden in de buurt van Zeewolde (Flevoland).
Het elkaar vroegtijdig informeren gebeurt niet alleen bij heftige zedenzaken zoals aanranding of verkrachting. Ook bij lichtere zedenzaken, waarbij iemand niet wordt veroordeeld tot detentie, maar tot toezicht bij de reclassering. "Bijvoorbeeld bij een potloodventer die in een park actief was. Die krijgt dan voor dat park een locatieverbod", vertelt Cardol.
"Wij willen niet langer dat we achteraf pas horen dat een zedendelinquent ergens is komen wonen en dat wij daar niets van wisten", besluit Schelberg.

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie? Tip de redactie via WhatsApp of via de mail.