Hans Arkink uit Hengevelde Nederlands kampioen ijsvissen: ‘Gevierd met een Grolschje’

Hij was al meermalen van de partij tijdens voorgaande edities, maar verder dan een achtste plek kwam hij nog nooit. En dan nu nationaal kampioen.

Het evenement had plaats in het Zweedse Dalfsland, vrijwel op de grens met Noorwegen. “Het was de vierde keer dat het werd gehouden. De allereerste keer in Kuinre in Overijssel. Maar omdat daarna in Nederland te weinig ijs lag, werd voor de daaropvolgende edities uitgeweken naar Zweden.

Het gaatje in het ijs boren werd voor de ijsvissers keurig gedaan. “Met een diameter van twintig centimeter. En dan vissen met onder meer garnalen, meelwormen of pieren als aas.”

Het verschil met ‘gewoon’ vissen? “Het is veel statischer. Het enige wat je immers doet is de dobber wat voorzichtig op en neer bewegen. En bij ijsvissen komt wellicht ook wat meer geluk bij kijken. Je moet wel net de mazzel hebben dat die school vissen bij jouw wak voorbij komt.”

Er werd gevist in vier dagdelen: “Drie ervan telden mee voor het eindklassement. Er werd met name op zalmachtigen gevist, maar ook op snoek. Ik was overigens de enige die alle vier dagdelen wat ving. ”

Overijsselse afvaardiging
Uit Overijssel waren er vijf deelnemers: uit Ommen, Lemele en Lemelerveld. Terwijl Bianca van der Kolk uit Nieuwleusen na Arkink als tweede eindigde.

Goed kleden
Twee bijna hele dagen op het ijs. “Van negen uur ‘s ochtends tot vier uur. Sommigen gebruikten allerlei verwarmings-apparaatjes, maar je moet je gewoon goed kleden. Je begint met thermo-ondergoed en vervolgens werk je met laagjes kleding. Ik droeg daarboven een overlevingspak. En dan is het goed te doen.”

De hoofdprijs is een weekje Zweden met een visboot. En uiteraard eeuwige roem. De nationale titel heeft Arkink al gevierd. “Met een Grolschje. Want dat Zweedse bier is niet te betalen.”