Gemeente Deventer: 'Sluisdeuren kunnen al open bij lagere waterstand'

Eigenlijk kan het schutten (het verplaatsen van een schip door een sluis) pas bij een waterstand in de IJssel vanaf 1,47 meter, omdat het water in de Deventer sluis en in de achterliggende waterwegen een veel hogere stand hebben. Hierdoor staan de sluisdeuren onder hoge druk, waardoor ze bij een lagere waterstand van de IJssel kunnen breken.

Na berekeningen was de ondergrens eerder al bijgesteld naar 1,22 meter boven NAP. De gemeente heeft nu opnieuw een berekening gemaakt: "Nieuwe berekeningen van de daadwerkelijke belastbaarheid van de sluisdeuren wijzen uit dat er sprake is van een restcapaciteit", schrijft de gemeente. "Het blijkt veilig de deuren te bedienen bij een waterstand van 1,06 +NAP."

Volgens een woordvoerder van de gemeente wees de eerste berekening nog niet uit dat de lagere stand voldoende is om de sluisdeuren te openen, omdat die berekening minder uitgebreid was. "We hebben nu ook echt de restcapaciteit onder de loep genomen."

En het berekenen van die restcapaciteit kost volgens de woordvoerder veel tijd. "We hebben de berekening snel ingestart, maar het is een ingewikkeld proces."

Meerdere ondernemersorganisaties wilden compensatie zien van de gemeente voor de geleden schade. Vijf schippers liggen sinds begin deze maand vast in Deventer. Zij zagen de kosten elke dag verder oplopen, net als de bedrijven in de haven, die geen goederen geleverd kunnen krijgen via het water.

Momenteel is de stand van de IJssel 91 centimeter boven NAP. Rijkswaterstaat voorspelt dat dat de komende dagen oploopt tot boven een meter.

Lees meer: