Twentse drugsbaron verdwenen, maar justitie zoekt hem niet

Bob V. uit Markelo was leider van de roemruchte 'Geesterse Bloemenbende'. Hij moet de anderhalf miljoen betalen voor verkregen winsten met drugshandel in de eerste jaren van dit millennium. Het bedrag was ook gevorderd door het Openbaar Ministerie.

De oud-drugsbendeleider heeft ruim 200 kilo coke gefinancierd, dat in een scheepslading rijst was verstopt. Daarnaast heeft hij verschillende boten voor drugssmokkel aangeschaft, in hasj gehandeld en tonnen aan contant geld op bankrekeningen gezet.

Het begint allemaal in de jaren '90. Samen met zijn maatje Henk L. uit Glanerbrug geeft Bob V. dan leiding aan de zogenoemde 'Bloemenbende' uit Twente, die hasj over Het Kanaal verscheept. Het tweetal verdient er volgens justitie miljoenen mee. 

De werkwijze was simpel. In bloempotten voor kamerplanten werd de hasj verstopt. Via de bloemenveiling in Aalsmeer werd vervolgens de handel naar Engeland en Ierland gebracht. Via z'n bedrijf had Bob V. een pasje voor de veiling. Op die manier werden zeker dertig vrachtwagens vol drugs verscheept. Bob en Henk werden er tot jarenlange gevangenisstraffen voor veroordeeld. Ook moesten ze honderdduizenden guldens aan criminele winst terugbetalen. Dat heeft hij volgens justitie nog steeds niet gedaan. 

Niet lang nadat ze vrijkomen stappen de twee al gauw weer in de drugshandel, coke dit keer. Ze doen zaken met twee broers. Er wordt 200 kilo cocaïne naar Portugal gevaren, verborgen tussen een lading rijst. Maar het transport wordt ontdekt. Volgens Bob en Henk zijn ze er ingeluisd door de broers. Ze zeggen dat ze dachten 'alleen' betrokken te zijn bij oplichting met rijst. 

Bob en Henk worden niet veroordeeld voor smokkel van de coke, maar wel voor bezit ervan. Zo stelt het Gerechtshof in 2008: Het Hof beschouwt het als een feit van algemene bekendheid dat het aanwezig hebben van cocaïne ook in Portugal een misdrijf oplevert. Daarnaast vinden de rechters het ongeloofwaardig dat de Tukkers er zouden zijn 'ingeluisd' door de broers, aangezien ze vier jaar later weer in zee zijn gegaan met hen. Daarover later meer.

Een aantal jaren later krijgt de recherche het tweetal wederom in het vizier voor mega-drugsdeals. Zo hebben de twee, samen met vijf anderen, het plan opgevat om vanaf het eiland Sint Maarten 60 tot 100 kilo cocaïne te smokkelen. Maar het drugstransport met zeilschip 'Piran' faalt, tot twee keer toe.

In 2004 ronselen ze eerst een 'oude bekende' uit Glanerbrug om het schip klaar te maken voor de tocht. Hij zegt zelf niet bij de transporten betrokken te zijn, omdat hij last heeft van zeeziekte. 

De eerste keer dat de 'Piran' uit wil varen gaat het mis. Het was eerder gaan stormen dan de Tukkers hadden voorzien, dus de smokkeltocht werd afgeblazen. Maar ook de tweede poging faalt jammerlijk. Als stuurman is een Amsterdammer ingehuurd. Maar eenmaal onderweg krijgt de Mokumer ruzie met de rest van de crew en wordt van boord gezet. Later wordt hij de door rechtbank in Almelo veroordeeld tot twee jaar cel. Uiteindelijk is er geen gram coke de oceaan overgekomen met de 'Piran'. Het zeiljacht is in beslag genomen, maar is inmiddels verdwenen.

Maar de Tukkers Bob en Henk hebben meerdere ijzers in het vuur. Zo houden ze zich nog steeds bezig met handel in hasj. Op 1 juli 2005 stuurt de Nederlandse politie een bericht aan de Nederlandse liaison in Portugal: “Gebleken is dat het zeiljacht 'de March' zich op dit moment op de Atlantische oceaan, in de nabijheid van Portugal, bevindt. Er is indicatie dat zich op deze boot verdovende middelen bevinden. Bekend is dat 'de March' eerder dit jaar in de haven van Villamoura (Portugal) heeft gelegen.”

Het bericht wordt doorgespeeld aan de Portugese autoriteiten en leidt tot een entering in de internationale wateren van de March door Polícia Judicíaria (de Portugese politie). Er wordt een partij van ongeveer 1.100 kilo hasj in beslag genomen. Ook het schip zelf wordt geconfisqueerd en naar de haven van Faro gebracht.  

De bedoeling was de Marokkaanse hasj richting Portugal te varen, om daar met speedboten aan wal te worden gebracht. Uit onderzoek blijkt dat Bob en Henk opdrachtgevers zijn. Volgens het Gerechtshof is dat op te maken uit de verregaande betrokkenheid bij het gereedmaken van zeiljacht 'March' en verschillende sms'jes aan Bob's broer. 

Zo geeft Bob geregeld de weerberichten door aan zijn broer en sms't hij als de hasj eenmaal is onderschept: “Hallo boys. De baas is heel boos. Waarom geen contact. Jullie zijn de matrozen en moeten luisteren”. Uit deze sms leidt het Gerechtshof af dat ze de organisatoren van het transport moeten zijn geweest.  

In diezelfde zomer smokkelen Bob en Henk cocaïne naar de haven in Rotterdam. Het komt binnen per schip vanuit Ecuador. De coke zit verstopt in een container met houtskool. En ook al ontkennen de twee betrokkenheid bij die drugshandel, het Gerechtshof veroordeelt ze toch. 

Naast de voorgaande drugshandel, zijn de twee ook nog betrokken bij grootschalige sigarettensmokkel in 2004. Twee jaar later worden de ze veroordeeld door de rechtbank in Almelo. Die legt ze gevangenisstraffen op van vijf en zeven jaar. Bob gaat in hoger beroep en snoept er een jaar van af; hij moet zes jaar de cel in.

Maar daarmee is de kous voor justitie niet af. Ze willen geld zien, onterecht verkregen winst. Het gaat om zo'n anderhalf miljoen euro. Het Gerechtshof is daar in meegegaan. Bob V. is tegen die uitspraak dus nu in cassatie gegaan. Waar hij zich bevindt is onduidelijk. Justitie zegt het niet te weten, maar ook niet actief te zoeken zo lang de uitspraak van het Gerechtshof niet definitief is.

Lees meer:

Lees meer:

Lees meer: