Experts: "Onderzoek naar botsingen met vogels moet opnieuw"

Volgens experts is het risico op een botsing tussen vogels en vliegtuigen groter dan normaal op de laagvliegroutes van en naar Lelystad Airport.

"Lelystad is door haar ligging een risicovol vliegveld, maar ‘birdstrikes’ is een onderwerp dat in de hele luchtvaart veel meer aandacht verdient." Dat zegt Luit Buurma, nu gepensioneerd bioloog, voorheen werkzaam bij de Luchtmacht en gespecialiseerd in vogelaanvaringen.

Buurma deed zijn verhaal eerder deze week ook voor Tweede Kamerleden in een speciale hoorzitting. Zijn beweringen worden ondersteund door Maarten Loonen van de Rijksuniversiteit Groningen.

"De kans dat een vogel terecht komt in een vliegtuigmotor wordt in de huidige onderzoeken onderschat. Vliegveld Lelystad brengt vogels en vliegtuigen dicht bij elkaar en dat is een slecht idee." Ook Loonen was bij de hoorzitting in Den Haag.

Lelystad Airport ligt ingeklemd tussen IJsselmeer, de Oostvaardersplassen, Nationaal Park Wieden-Weerribben en de Veluwe. Grote vogelkolonies trekken tussen die gebieden en op grotere hoogtes naar verdere bestemmingen.

"We weten dat vogels gedurende het jaar ander gedrag vertonen, maar daar is in de onderzoeken voor Lelystad Airport geen rekening mee gehouden”, zegt Luit Buurma. "Als je in zo’n gebied een vliegveld bouwt, dan doe je er zeer goed aan om rekening te houden met die potentiële hoeveelheid vogels."

Momenteel wordt in opdracht van het ministerie van Defensie gewerkt aan een netwerk van radarsystemen om de trek van vogels beter te kunnen monitoren. De Koninklijke Luchtmacht doet al zo'n 40 jaar onderzoek naar de vogeltrek en de risico's daarvan voor het militaire vliegverkeer. De kennis die daarbij is opgedaan wordt onvoldoende gebruikt voor verbeteringen in de commerciële burgerluchtvaart. Dat zegt bioloog Luit Buurma.

De angst van Buurma voor een ongeluk door een botsing wordt gedeeld door Hans van Gasteren van de Koninklijke Luchtmacht.

"Piloten zouden vanaf de grond advies moeten krijgen als de radar overtrekkende ganzen of aalscholvers laat zien. De risico's worden aanzienlijk kleiner als de piloot dan even kan wachten tot de groep vogels weg is."

Al jaren is duidelijk dat in het noorden van het land erg veel vogels te vinden zijn. Die vliegen heen en weer tussen de Wadden, provincie Friesland, Nationaal Park Wieden-Weerribben en de Veluwe, maar ook op grotere hoogtes.

Volgens Buurma en zijn collega-experts is het nu aan de minister om ervoor te zorgen dat de burgerluchtvaart ook gebruik gaat maken van de kennis en radarsystemen van de Luchtmacht. Dat dat tot nu toe niet is gebeurd, vindt hij onbegrijpelijk.