Nieuws

Beleid mijnbouw gebaseerd op drijfzand

Gaswinlocatie van Vermilion in Eesveen
Gaswinlocatie van Vermilion in Eesveen © RTV Oost
Officiële gegevens en rapporten over mijnbouw in ons land zitten vol met fouten. Regelmatig is sprake van tegenstrijdige adviesrapporten over de gas-, olie-, zoutwinning en afvalwaterinjectie. Europese richtlijnen worden niet altijd nageleefd en milieuvergunningen niet altijd aangevraagd. Verder worden risico's in veel conceptrapporten nog wel beschreven, maar zijn deze gegevens in meerdere gevallen uit de definitieve rapporten geschrapt.
Dat blijkt uit onderzoek van de vier noordelijke regionale omroepen RTV Noord, RTV Drenthe, Omrop Fryslân en RTV Oost. Er gaat teveel fout om het nog aan toeval te kunnen toeschrijven. Bewuste opzet voor moedwillige misleiding is moeilijk aan te tonen maar de tendens is zeker opzienbarend.
Talloze rapporten zijn doorgespit en diverse deskundigen geraadpleegd. Het gaat om duizenden pagina’s tekst en wie goed leest, constateert dat die rapporten vaak tegenstrijdig zijn aan elkaar. We zien een duidelijke tendens dat de risico’s en gevolgen in vooronderzoeken in meerdere gevallen gebagatelliseerd worden. Daarvan zijn tientallen voorbeelden te vinden, waaronder de vooraf verwachte bodemdaling in Friesland en de risico’s van drinkwaterverontreiniging in Twente. Risico’s worden in conceptrapporten nog wel beschreven maar zijn in de definitieve versies uit de tekst verdwenen.

Uitlegvideo: Wat gaat er de bodem in en wat komt er uit?

'Wat gaat er de bodem in en wat komt eruit?

Lage verwachtingen creëren

In winningsplannen worden de verwachte productiehoeveelheden voor gaswinning regelmatig laag ingeschat. Ook hier is een tendens te zien met onder meer voorbeelden in Diever (Dr.), Weststellingwerf (Fr.) en Eesveen (Ov.). Winmaatschappijen kunnen financieel en juridisch belang hebben bij lagere productiehoeveelheden omdat daarmee de verantwoordelijkheid voor schade en de wettelijke plicht voor een dure Milieu Effect Rapportage omzeild kan worden. Het ontbreken van een MER of milieuvergunning zien we overigens vaker terug.

Als de mijnbouwactiviteit eenmaal is vergund en opgestart, blijkt uit vervolgonderzoeken dat de gegevens of de consequenties toch vaak anders zijn (lees risicovoller). Maar dan zijn de vergunningen al verleend. In Nederland kunnen die niet zomaar worden ingetrokken. Op dat moment worden de plannen aangepast aan de werkelijke situatie en kan de winner door met het werk. Met alle mogelijke risico's die daarbij horen.

Openbare info

In het onderzoek maakten de omroepen gebruik van rapporten die ooit openbaar werden gedeeld. De meeste conceptrapporten zijn inmiddels allang niet meer op internet terug te vinden, soms staan ook de definitieve versies niet meer online. Verder kregen de omroepen tijdens het onderzoek onder meer inzage in diverse mailwisselingen met medewerkers van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM). Daaruit blijkt dat medewerkers van SodM weten dat fouten worden gemaakt en dat zij zich in sommige gevallen ook verbazen over de manier waarop gegevens verwerkt worden. “Ik deel je verwondering daarover”, schreef een hooggeplaatste SodM-medewerker onlangs nog aan een burger met vragen.
Voor gegevens uit de mijnbouw zijn we vrijwel volledig afhankelijk van de commerciële winmaatschappijen. Zij hebben de wettelijke plicht om te zorgen voor een deugdelijke verzameling van alle data en de plicht om die te delen met de overheid. Er is geen feitelijke of structurele controle van die data, SodM stuurt alleen op risico’s en we moeten de bedrijven vertrouwen op het netjes naleven van de wet. Intussen moet de minister zijn besluiten en risico-afwegingen wel maken op basis van wat deze bedrijven ons willen vertellen.

Uitlegvideo: Hoe werkt de mijnbouwsector?

'Hoe werkt de mijnbouwsector?'

Risico-afwegingen

De mijnbouwdata van de winmaatschappijen liggen aan de basis van alle risico-afwegingen die de minister maakt. Het is dus van groot belang dat gegevens betrouwbaar zijn. Uit eigen onderzoek van de regionale omroepen blijkt dat de gegevens in veel rapporten echter op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Terwijl in de mijnbouw onzekerheden nooit zijn uit te sluiten, zijn met name vooronderzoeken met regelmaat opmerkelijk positief over mogelijke consequenties. Vooraf worden risico's onderbelicht en achteraf worden de plannen bijgesteld aan de werkelijke situatie. Dit komt voor in alle provincies, later bijgestelde plannen hebben we aangetroffen in de gas- en zoutwinning maar ook in de afvalwaterinjectie.
In de vier noordelijke provincies wordt gas en olie vooral gewonnen door Vermilion en NAM, daarnaast zijn er een paar kleinere bedrijven actief. De NAM en Vermilion zijn ook verantwoordelijk voor de injectie van afvalwater uit olie- of gaswinning. Afvalwaterinjectie gebeurt in Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel. Zout wordt gewonnen door Esco Frisia in Friesland, in Twente door Nouryon en in Groningen door Nedmag.

Uitlegvideo: Wie is er verantwoordelijk in de mijnbouw?

'Wie is verantwoordelijk?'

Foutief

In ons onderzoek kwam aan het licht dat de opbouw van de bodemlagen in rapporten soms wordt veranderd zodat risico’s op papier minder groot lijken. Het kan groot verschil maken of een gasveld bijvoorbeeld is ingesloten door klei of door zout. De Milieu Effect Rapportage over de injectie van afvalwater in Twente is hiervan een voorbeeld. Ook is gebleken dat productiecijfers foutief worden verwerkt. Daardoor valt niet te controleren of meer gas wordt gewonnen dan officieel bekend is. Versnelde gaswinning kan extra risico’s met zich meebrengen. Foutieve productiecijfers zijn aangetroffen in Eesveen maar ook in Noord-Friesland, waar de productiehoeveelheden van een gasveld deels aan de opbrengsten van een ander veld zijn toegeschreven.

Milieu Effecten
In meerdere gevallen in de vier noordelijke provincies is geen Milieu Effect Rapportage (MER) aangevraagd terwijl dat achteraf bezien feitelijk wel had moeten gebeuren. Als een winmaatschappij verwacht bijvoorbeeld meer dan 500.000 kubieke meter gas te kunnen winnen, dan is er de wettelijke plicht om een MER te laten maken. In zo’n rapportage moet duidelijk zijn wat de verwachte effecten voor de omgeving zullen zijn. Die MER moet ook duidelijkheid geven over welke effecten kunnen worden uitgesloten.

Als later blijkt dat dat effect er toch is waardoor elders schade is ontstaan, dan moet het bedrijf aantonen dat die schade niet door hen veroorzaakt wordt. Feitelijk is door zo’n Milieu Effect Rapportage de bewijslast omgekeerd, de burger niet meer aan te tonen dat de schade aan zijn huis door de mijnbouw is ontstaan.
Maar die MER’s zijn duur, tijdrovend en leveren alleen maar meer voorwaarden op waaraan de maatschappij zich dan moet houden. Door de verwachte produktie vooraf bewust laag te houden, ontkomen de bedrijven aan de MER-plicht. Als achteraf blijkt dat er toch meer of sneller gewonnen wordt, dan hoeven bedrijven niet alsnog een MER te laten maken maar kunnen volstaan met een nieuw en aangepast winningsplan.
Alle delfstofwinners die in Nederland actief zijn, werken in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. Dat geldt voor grote bedrijven als NAM en Nouryon maar ook voor kleinere spelers als One-Dyas die bij Schiermonnikoog gas wil gaan winnen. Deze bedrijven hebben alleen een financieel belang bij het winnen van delfstoffen. De winsten uit de gas-, zout- of oliewinning worden gedeeld tussen de winmaatschappijen en het ministerie van economische zaken. Dit ministerie stelt de wetten op en zorgt ook voor goedkeuring en vergunning van de winningsplannen. Het toezicht en de controles op werkzaamheden worden verricht door het Staatstoezicht op de Mijnen, dat onder verantwoordelijkheid valt van het ministerie van Economische Zaken.

Toezicht
Mijnbouwactiviteiten worden in Nederland gecontroleerd door het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM). “Elke beslissing die genomen wordt, is gebaseerd op data. Die moeten dus van goede kwaliteit zijn”, zegt hoofd ondergrond Wouter van der Zee van SodM. Van der Zee erkent dat “je toezicht nodig hebt om ervoor te zorgen dat de bedrijven zich netjes aan de wet- en regelgeving houden.” Maar hoe kun je goed toezicht houden, als dat toezicht gebaseerd is op gegevens die worden aangeleverd door bedrijven die commercieel belang hebben om de kosten en risico’s zo laag mogelijk te houden?

‘Kan lastig zijn’
Er zijn fouten ontdekt op de openbare website waarop alle data uit de mijnbouw wordt bijgehouden. Daardoor zijn de openbare gegevens over gaswinning of andere activiteiten niet volledig betrouwbaar. SodM erkent dat er soms fouten in de databank staan maar volgens de toezichthouder is dat voor de kwaliteit van het toezicht geen probleem. Volgens Van der Zee is hebben die fouten onder meer te maken met de handmatige verwerking van data die afkomstig is van de gas- en oliebedrijven. Dat er anno 2019 in een miljoenenindustrie nog steeds handmatig data wordt aangeleverd is bijzonder.

Van der Zee erkent dat nlog.nl een heleboel belangrijke data genereert. Hij begrijpt ook dat de site voor heel veel mensen de enige informatiebron is. Hij zegt erbij dat fouten in die data voor SodM niet van belang zijn, omdat de toezichthouder andere bronnen heeft om de winbedrijven te kunnen controleren. “Voor burgers kan het wel lastig zijn”, zegt het Hoofd Ondergrond van SodM. “Maar het is voor ons niet de enige bron dus wij hebben hierover geen zorgen.”
Lees verder onder de foto
Fragment uit Email van Staatstoezicht op de Mijnen
Fragment uit Email van Staatstoezicht op de Mijnen © RTV Oost

Chemicaliën

Bij gas- en oliewinning worden veel chemische stoffen gebruikt. Die zijn onder meer nodig om verstopping van de buis tegen te gaan maar ze worden ook gebruikt om het gas of de olie makkelijker naar boven te krijgen. Die chemicaliën vermengd in water, worden na de winning bovengronds van het gas of de olie gescheiden.

Schoonmaken of zuiveren van dat chemische afvalwater is een zeer kostbare aangelegenheid die de winsten drukt. Ieder alternatief is bovendien milieubelastend. Winmaatschappijen hebben er financieel baat bij om dat vieze water op een andere manier kwijt te raken. Dat kan onder meer door te injecteren in afvalwaterinjectievelden. Dit zijn gas- of olievelden die leeg geproduceerd en niet meer in gebruik zijn. Maar bij dat injecteren wordt de chemische samenstelling van dat afvalwater niet gecontroleerd door SodM.

Volgens milieudeskundigen kan de injectie van verontreinigd afvalwater op langere termijn gevolgen hebben voor natuur, milieu en volksgezondheid. Als door opstuwing het afvalwater vermengd raakt met grondwater, of als de chemicaliën aan de oppervlakte komen, dan heeft dat ingrijpende consequenties.
Lees verder onder de foto
Afvalwaterinjectie is een van vele mijnbouwactiviteiten
Afvalwaterinjectie is een van vele mijnbouwactiviteiten © RTV Oost

Niet opgeleide controleurs
In een aantal gevallen worden externe transportbedrijven ingehuurd om chemisch afvalwater te transporteren naar de locatie waar het water wordt geïnjecteerd. Dat transport gebeurt met tankwagens met een inhoud van 30.000 liter, waarin gemiddeld per lading zo’n 8 kilogram giftige chemicaliën. Het ministerie van Economische Zaken verwacht formeel dat de samenstelling van dat afvalwater altijd eerst wordt gecontroleerd, voordat het in de diepe bodem wordt geïnjecteerd.

Maar uit rapporten blijkt dat de controle van de samenstelling van dat afvalwater een verantwoordelijkheid is van de tankwagenchauffeurs, die daarvoor mogelijk niet zijn opgeleid. In ieder geval is daar geen controle op. De injectie gebeurt in de meeste gevallen bovendien op onbemande locaties, waar dus ook geen controle is tijdens het overpompen in opslagtanks.

Europese regels
Gas- en oliebedrijven houden zich niet altijd aan de Europese richtlijnen voor mijnbouw. Volgens regelgeving van de Europese Unie mogen stoffen alleen worden terug gebracht in velden die identiek zijn aan het veld waaruit het afkomstig is. Dat is zeker niet het geval bij de injectie van afvalwater in Nijensleek (Fr) en ook in het Twentse Rossum worden de Europese regels niet nageleefd.

Uitlegvideo over Europese regels in de mijnbouw:

Interview over Europese regels in de mijnbouw

Slordigheid

Hoofd Ondergrond van SodM Wouter van der Zee zegt dat er verschillende oorzaken kunnen zijn voor afwijkende gegevens. Hij erkent dat de diepe bodem nog vol onzekerheden zit. Nieuwe inzichten kunnen er bijvoorbeeld toe leiden dat informatie over bodemlagen in een vervolgonderzoek veranderd. Het kan zijn dat uit een verkeerd rapport is geciteerd. “Het kan een slordigheid zijn, er kan bij de verwerking een fout zijn gemaakt, je kunt niet spreken van moedwillige fraude.”

Reactie van Staatstoezicht op de Mijnen op de uitkomsten van het onderzoek:

Interview over controles door Staatstoezicht op de Mijnen
Dit onderzoek is resultaat van de samenwerking tussen de vier noordelijke regionale omroepen RTV Noord, RTV Drenthe, RTV Oost en Omrop Fryslân. Onlangs hebben de omroepen een Europese subsidie ontvangen voor het versterken van de regionale onderzoeksjournalistiek en dit artikel is een van de resultaten.

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie? Tip de redactie via WhatsApp of via de mail.