Nabestaanden van acht asbestslachtoffers doen aangifte tegen fabrikant Eternit uit Goor

Samen met Comité Asbestslachtoffers hebben de nabestaanden gisteren aangifte gedaan. Volgens hen bleef Eternit "willens en weten" asbest produceren, zonder werknemers en klanten te waarschuwen voor de gevaren. 

In 1969 werd door een Nederlandse wetenschapper en bedrijfsarts al gewaarschuwd voor de risico's van asbest. Het bedrijf uit Goor, met 120 werknemers, bleef tot in de jaren negentig met de delfstof werken. Eternit zou ook hebben gelobbyd tegen het verbod op asbest. 

Volgens de juridisch adviseur van het Comité Asbestslachtoffers, oud-advocaat Bob Ruers, heeft het bedrijf zich schuldig gemaakt aan 'doodslag op industriële schaal'. Hij vertelt tegen Trouw: "In Goor en directe omgeving zijn zeker 150 personen overleden door asbest. Het bedrijf kende de risico's heel goed en heeft geen tijdige maatregelen genomen."

Het Openbaar Ministerie zegt tegen de krant dat de aangifte in ontvangst is genomen. "We gaan de aangifte beoordelen op aanknopingspunten die een eventueel strafrechtelijk onderzoek kunnen rechtvaardigen."

Volgens Trouw is dit de eerste strafrechtelijke aangifte tegen Eternit vanwege asbest. Eerder zijn al wel tientallen schadeprocedures gevoerd tegen het bedrijf. 

In Italië kwam het wel tot een strafzaak. Een topman van het bedrijf werd veroordeeld tot 18 jaar cel en de betaling van 90 miljoen euro schadevergoeding voor schuld aan de dood van bijna 3000 mensen, arbeiders en omwonenden van vijf Eternit-fabrieken in dat land. Het vonnis werd later vernietigd door het Italiaanse hooggerechtshof.

Asbest werd in 1998 verboden. Het inademen van losse asbestvezels kan namelijk kanker veroorzaken. Omdat slachtoffers pas na vele jaren ziek worden, gemiddeld 40 jaar, overlijden er nog altijd ongeveer 500 mensen per jaar aan asbestkanker. Volgens de NOS werd vorig jaar berekend dat tot 2035 nog 8000 mensen zullen overlijden aan de gevolgen van deze vorm van kanker. 

Lees meer: