Nieuws

'Straks, als de crisis voorbij is, trekken wij aan het kortste eind'

Eric Hochstenbach
Eric Hochstenbach © Eric Hochstenbach
De coronacrisis schopt alles in de war. Zo ook de agenda van Hengeloër Eric Hochstenbach. Afgelopen vrijdag, 1 mei de Dag van de Arbeid, zou hij de straat op gaan om zijn verhaal te vertellen voor meer waardering, begrip en respect voor mensen met een (aangeboren) beperking. Iets dat hij al ruim twintig jaar doet. Juist nu is zijn boodschap belangrijk zegt hij: "Vooral in tijden van crisis zeggen politieke partijen dat er méér moet worden gedaan voor minderheden en mensen met een (aangeboren) beperking. De realiteit is jammer genoeg anders. Als straks de crisis voorbij is, praat niemand meer over ons. Maar ik hoop dat ik ongelijk krijg."
Hochstenbach heeft zelf een aangeboren beperking: Developmental Coördination Disorder (DCD). Een motorische stoornis die bij hem gepaard gaat met een spraakgebrek. Door zijn beperking behoort hij tot de groep mensen die meer gezondheidsrisico loopt bij een besmetting met het coronavirus. Hoewel hij zoveel mogelijk thuis blijft, is hij niet bang om de straat op te gaan.
"Ik ben afgelopen vrijdag veel thuis geweest. Ben eigenlijk alleen buiten geweest om boodschappen te doen voor mezelf en voor twee buurvrouwen die in de tachtig zijn." Dat hij op de Dag van de Arbeid niet de boer op mocht gaan om aandacht te vragen voor mensen met een beperking, ervoer hij als een enorme teleurstelling. "En helemaal voor hen met een aangeboren beperking zoals ik die heb. Maar goed, gezondheid gaat voor."

"Verhaal moet worden verteld"

Normaal gesproken voert zijn eenmansactie hem door het hele land. Een aantal jaren geleden hield hij zijn praatje bijvoorbeeld op het Museumplein in Amsterdam. Maar hij hield zijn pleidooi ook in Hilversum, Amersfoort en Leeuwarden.
Het blijkt volgens hem nodig om de boodschap - meer waardering, respect en begrip voor mensen met een (aangeboren) beperking - telkens weer voor het voetlicht te brengen. Hochstenbach doet het al twintig jaar. Hij ziet hoe politici over elkaar heen buitelen met mooie oneliners waarin aandacht wordt gevraagd voor ondernemers, voor het zorgpersoneel, voor het onderwijs. "Dit is leuk en aardig, maar waarom worden wij niet genoemd? De groepen mensen met een beperking of een aangeboren beperking?"
Als de coronacrisis voorbij is trekken wij aan het kortste eind
Eric Hochstenbach
Hochstenbach vreest dat er na de crisis weinig verandert. "Het kabinet zegt dat het oog heeft voor iedere inwoner. Met andere woorden: niemand zal vergeten worden. Maar straks, als de crisis voorbij is trekken wij aan het kortste eind. Zo ging het na eigenlijk elke crisis die er in het verleden is geweest. Telkens waren mijn lotgenoten en ik de dupe. Er gebeurt niets extra's voor ons. Daarom vecht ik al twintig jaar voor meer waardering, begrip en respect voor medeburgers met een beperking en helemaal voor hen met een aangeboren beperking, zoals ik."

"Niemand controleert banenafspraak"

De afgelopen jaren heeft de overheid het een en ander in gang gezet voor kwetsbare burgers zoals Hochstenbach. Het kabinet wil dat mensen met een arbeidsbeperking vaker een baan bij een gewone werkgever krijgen. "Mooi en aardig", bekritiseert Hochstenbach de banenafspraak. "Maar waar blijven de controles, wanneer wordt er gehandhaafd? Ik zie het niet gebeuren. Een bedrijf met onvoldoende mensen met een arbeidsbeperking in dienst wordt daar nauwelijks op aangesproken."
Er is volgens de Hengeloër nog steeds sprake van ongelijke behandeling en zelfs discriminatie op de werkvloer. "Vergissen wij ons of maken wij een foutje op de werkvloer, dan is dat een doodzonde. Waar anderen - zonder een beperking - vaak te horen krijgen: 'Allee, waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt.' En wat mij ook voor het hoofd stoot is dat men er telkens vanuit gaat dat wij ziek zullen worden. Bij medeburgers zonder een beperking is dat nooit een issue. Terwijl tienduizenden van hen in het verkeer gewond raken door roekeloos verkeersgedrag van henzelf of anderen."

Boek met ervaringen

In september verschijnt er mogelijk een boek van Hochstenbach waarin zijn ervaringen van de afgelopen twintig jaar staan. Hij schrijft bijvoorbeeld over zijn studie-ervaring. "Ik kon pas op latere leeftijd studeren. Wat heet studeren, telkens werd ik geweigerd of in de loop van een studie gemaand te vertrekken. Ik zou mijn toelatingsdiploma’s hebben vervalst. Ik kon nergens verhaal halen. Niet bij justitie, de politie en het antidiscriminatiebureau. Niemand geloofde mij. Waarom? Kennelijk omdat ik een aangeboren beperking heb."
Hochstenbach hoopt dat de huidige crisis iets goeds teweeg brengt. "Dat er eindelijk meer aandacht, waardering, begrip en respect komt voor de medeburger met een beperking en helemaal voor hen met een aangeboren beperking, zoals ik."

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie? Tip de redactie via WhatsApp of via de mail.