nieuws

Wel begrip van minister voor leed slachtoffers van Zusters van de Goede Herder maar geen extra geld

Naaiatelier De Goede Herder
Naaiatelier De Goede Herder © Fotostudeio Smit
Minister Dekker voor Rechtsbescherming 'kan zich voorstellen dat slachtoffers van kinderdwangarbeid bij de instellingen van de Goede Herder op een andere regeling gehoopt hadden.'  Dat zegt hij in antwoorden op vragen van SP en CDA in de Tweede Kamer. De regering kwam onlangs met een tegemoetkoming van vijfduizend euro als genoegdoening voor jarenlange kinderdwangarbeid onder toezicht van de overheid. Slachtoffers schreven een brief, onder anderen aan de minister, om hun ongenoegen te uiten. 
Tussen 1860 en 1978 deden ongeveer vijftienduizend meisjes en vrouwen dwangarbeid in wasserijen en naaiateliers van de zusters. Ook Almelo kende een klooster van de Goede Herder waar meisjes werden gedwongen onbetaald zwaar werk te verrichten. 

Geen verantwoordelijkheid

Dekker vindt dat de overheid een verantwoordelijkheid heeft te nemen voor het feit dat er onvoldoende toezicht is gehouden waardoor de ongeoorloofde dwangarbeid van de meisjes heeft kunnen voortduren. "Maar", stelt de minister, "voor de ongeoorloofde dwangarbeid an sich draagt de overheid geen verantwoordelijkheid; daar zijn de instellingen van de Goede Herder voor verantwoordelijk en ook op aan te spreken."
Met de voorgestelde regeling wil de minister erkenning bieden voor het leed dat is veroorzaakt door het onvoldoende toezicht van de overheid.

Persoonlijke erkenning

Dekker zou op 23 maart tijdens een bijeenkomst in gesprek gaan met vrouwen die destijds in de instellingen van de Goede Herder verbleven. Vanwege de uitbraak van het coronavirus in Nederland kon die bijeenkomst niet doorgaan.
"Tijdens die bijeenkomst had ik de vrouwen ook persoonlijk mijn erkenning voor het hen aangedane leed willen overbrengen. Die erkenning verdienen zij ook voor het feit dat zij door hun verblijf in de Goede Herder een stigma bij zich dragen dat tot op de dag van vandaag nog zijn sporen nalaat."
De minister had daar ook de keuze voor de hoogte van de financiële tegemoetkoming willen toelichten. "Helaas is dit gesprek door de coronacrisis niet doorgegaan. Zodra de situatie dat toelaat zal ik dat gesprek alsnog aangaan", aldus de minister. 

Wrang

Dekker betreurt het dat de slachtoffers van de Goede Herder door de dwangarbeid hun recht tot onderwijs is onthouden. Dat heeft onder meer economische gevolgen voor de rest van hun leven. "Het is wrang om te moeten constateren dit zoveel invloed heeft gehad op het verdere leven van deze meisjes. De verhalen van slachtoffers hebben mij zeer getroffen." 
De minister zegt geen hogere schadevergoeding toe te kunnen zeggen omdat de dwangarbeid die de meisjes bij de Goede Herder moesten ondergaan valt onder de regeling die slachtoffers in de jeugdzorg compenseert voor schade die zij hebben geleden door onvoldoende toezicht
door de overheid. 

Doenlijk noch wenselijk

"Ik vind het doenlijk noch wenselijk om daarbij onderscheid te maken tussen leed veroorzaakt door ongeoorloofde dwangarbeid in de instellingen van de Goede Herder en leed dat is veroorzaakt door andere vormen van geweld in de jeugdzorg. Het toezicht van de overheid is in al deze situaties in vergelijkbare mate tekort geschoten", stelt de minister. 
Een hogere schadeloosstelling kan niet volgens de minister. "De regeling beoogt een financiële tegemoetkoming te geven als erkenning voor het leed dat slachtoffers is aangedaan. Het is geen compensatie van kosten of schade voortkomend uit het toegebrachte leed."
Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie? Tip de redactie via een WhatsApp-bericht: 06 - 57 03 33 33.

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie? Tip de redactie via WhatsApp of via de mail.