nieuws
Herinnering aan de vuurwerkramp: zo ziet oorlogsgebied er dus uit...

Was het nou die enorme dreun? De totale chaos en ontreddering in de uren erna? Of de stille tocht een paar dagen later? De uitvaart van de brandweermannen? De rondrit enkele dagen later door de rampwijk die in puin lag? Eigenlijk is er niet specifiek één aspect dat twintig jaar na dato het meest op het netvlies is blijven hangen, maar juist die indrukwekkende combinatie ervan.
Vandaag is het exact twintig jaar geleden dat de vuurwerkramp de historie van Enschede herschreef. Een vuurwerkopslag die de lucht inging met een trieste balans. In totaal 23 doden, onder wie vier brandweermannen, een kleine duizend gewonden en een hele woonwijk die van de kaart werd geveegd.
Vraag het aan iedereen die de vuurwerkramp van nabij heeft meegemaakt. Iedereen, zonder uitzondering, herinnert zich nog exact waar hij of zij die inktzwarte dag was.
Explosie
Zelf ben ik die zonnige zaterdagmiddag mijn tuintje aan het sproeien. We zijn net verhuisd en onze tuin is grondig op de schop genomen. De tuinman adviseert het nieuwe gazon en de beukenhaag goed nat te houden. Ineens klinkt een enorme dreun, in de verte kringelt een inktzwarte rookpluim op. Er moet sprake zijn van een enorme brand, dat kan niet anders. Ik neem meteen contact op met mijn toenmalige werkgever, De Telegraaf. Op dat moment is nog niet echt duidelijk wat er aan de hand is. Behalve dat zich in Enschede een enorme explosie heeft voorgedaan.
Rampenzender RTV Oost
Op weg naar Enschede stem ik af op RTV Oost, officieel de rampenzender voor Overijssel. En radio is - zeker in het internetloze tijdperk - de voornaamste bron van actuele informatie. Via de autoradio hoor ik hoe verslaggever Jan Medendorp met zijn markante Haags accent verslag doet.
De voornaamste boodschap is eigenlijk ook: ga vooral niet naar Enschede. Want op dat moment is volstrekt onduidelijk wat er allemaal nog meer staat te gebeuren. Er doen verhalen de ronde dat bij Grolsch een opslag met duizenden liters ammoniak op springen zou staan.
Totale chaos
In Enschede aangekomen, is de chaos compleet. Ik meld me in de buurt van een van de stadsparken. Mensen gillen, rennen door elkaar, overal gewonden, ambulances rijden af en aan. Voorbijgangers klampen in opperste vertwijfeling willekeurige journalisten aan of die misschien weten waar ze informatie over hun vermiste dierbaren kunnen krijgen. Een helikopter cirkelt laag boven het park. Pas na talloze pogingen lukt het om de redactie in Amsterdam aan de lijn te krijgen. "Het lijkt wel oorlog!", roep ik naar mijn chef, boven het lawaai uit.
Langzaam sijpelen ook de eerste berichten door. Dat er een vuurwerkfabriek zou zijn ontploft. Maar verder ontbreekt alle informatie. Al staat eigenlijk één ding wel vast: het kan haast niet anders of hier moeten talloze dodelijke slachtoffers zijn gevallen... Tientallen, of misschien wel erger...
Inferno
De ramp komt ook voor mezelf dichtbij. Meerdere collega's van schrijvende en fotograferende pers waren ter plekke. Onder wie de fotograaf met wie ik al talloze malen heb samengewerkt. Hij blijkt 'slechts' gewond geraakt. Een godswonder, zeker als je nagaat wat voor inferno het ter plaatse geweest moet zijn. Afgaande ook op de haast iconische videobeelden van Danny de Vries die de daaropvolgende dagen en weken talloze malen voorbij komen.
Rampenteam
De Telegraaf heeft veel ervaring met rampen. Maar meestal zijn dat buitenlandse rampen. Faro, de ramp met de Herald of Free Enterprise. Maar deze keer is het een ramp in eigen land. Naar later blijkt de grootste in de naoorlogse geschiedenis van ons land.
Er wordt nog datzelfde weekend een rampenteam opgetuigd. Zoals dat vaker wordt gedaan: met journalisten met allemaal hun eigen expertise. Parlementaire verslaggevers die zich op het politieke aspect buigen: want hoe kan een vuurwerkopslag middenin een woonwijk staan, is van begin af aan al een van de meest prangende vragen.
Justitie- en politieverslaggevers als John van den Heuvel, journalisten van de redactie economie, en verslaggevers van de nieuwsdienst: vooral die laatsten zijn het gewend zijn om snel en onder moeilijke omstandigheden te moeten werken.
Uitvalsbasis
Aanvankelijk komen we bij elkaar in een hotel, maar dat moeten we na het weekeinde verlaten omdat alle plekken moeten worden vrijgehouden voor evacués uit het rampgebied. De nieuwschef van De Telegraaf aan de lijn. Hij heeft een probleem: waar moet het team terecht? Ik geef hem het nummer van een hotelier die ik goed ken en we vinden gelukkig elders in Twente onderdak. Dit hotel vormt wekenlang de uitvalsbasis voor het Telegraaf-korps.
Werkweken volgen van tachtig, negentig uur. De indrukwekkende gebeurtenissen volgen elkaar in razendsnel tempo op. De een nog indrukwekkender dan de ander. De stille tocht met een jonge kroonprins Willem-Alexander, het grote benefietconcert op het universiteitsterrein, de band Venice die The Family Tree zingt, een nummer dat voor mij onlosmakelijk is verbonden met de ramp.
Rondleiding
Een paar dagen na de ramp krijgen de media een rondleiding door de rampwijk. Als ware het een schoolreisje moeten we plaatsnemen in een touringcar. Waarna we de wijk inrijden en niet weten wat we zien. Zo ziet oorlogsgebied er dus uit...
Talloze huizen zijn verwoest. En eigenlijk zijn we vooral verbaasd. Verbaasd dat de ramp 'slechts' 23 mensenlevens heeft geëist. Later wordt dat toegeschreven aan het mooie weer, waardoor veel mensen buiten op straat waren in plaats van in hun ingestorte huis. En dan is er nog de combinatie van Moederdag. Daardoor zijn veel wijkbewoners die middag in de binnenstad om inkopen te doen en zijn de vele studenten die de wijk rijk is dat weekeinde veelal thuis bij hun ouders.
Tekst gaat verder onder foto

Uitvaart brandweerman
Wat misschien wel het meest is bijgebleven, is de uitvaart van een van de vier omgekomen brandweermannen. Zelf ben ik met enkele collega's in Glanerbrug. De meest geharde Telegraaf-collega's worden muisstil als de kist naar buiten wordt gedragen en we de kleine kinderen van het slachtoffer zien. Een Telegraaf-fotograaf die al heel wat jaartjes meeloopt, zegt dat hij geen foto's kan en wíl maken. "Ik heb zelf kinderen in die leeftijd..."
Cynisch
En een andere Telegraaf-collega belt maanden later. Of ik toevallig weet hoe dat nummer heet dat tijdens de uitvaart is gedraaid. Of dat ik kan achterhalen hoe dat nummer heet. Ik waag er een telefoontje met de kerk aan. Maar schrik me wezenloos als later de weduwe zelf behulpzaam terugbelt met het antwoord.
Waarom die collega dat nou eigenlijk wilde weten? "Dat nummer vond ik zó indrukwekkend. Wil het voor mezelf hebben". Terwijl uitgerekend die collega zonder enige twijfel een van de meest cynische van allemaal is. Je kunt je vergissen in een mens... Later zie ik die collega nog vaak terug op televisie en moet dan altijd weer even aan dat voorval denken.
Rode sportbroekje
Daarna houdt de vuurwerkramp de media nog jarenlang in de greep. Al het gedoe rond de vermeende brandstichter André de Vries en zijn beruchte rode sportbroekje. Ik bezoek de man in de gevangenis en hoor zijn onnavolgbare verhaal aan. Waarschijnlijk doet dat warrige verhaal hem aanvankelijk de das om, want hij wordt in eerste instantie veroordeeld. Later volgt in hoger beroep vrijspraak.
Rechtszaken
En dan zijn er nog de talloze rechtszaken. Waarbij het dagen-, wekenlang op soms duizelingwekkende wijze gaat over de verschillende bunkers en welke types vuurwerk er lagen opgeslagen. De commissie-Oosting, die vernietigende kritiek heeft op de overheid, maar dat diezelfde overheid vanwege het Pikmeer-arrest uiteindelijk nooit in het verdachtenbankje belandt. Dat arrest voorziet er immers in dat overheden niet strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.
En dat uiteindelijk slechts de twee directeuren van S.E. Fireworks tot een jaar cel worden veroordeeld omdat ze 'te veel en te zwaar vuurwerk' hadden opgeslagen.
Twintig jaar na dato kunnen sommigen het boek vuurwerkramp nog steeds niet sluiten. Klokkenluider Paul van Buitenen deed jarenlang onderzoek en schreef een uitpuilend rapport in de hoop dat er een parlementair onderzoek komt. Tot op heden vergeefs.
S.E. Fireworks-directeur Rudi Bakker, die blijft strijden voor eerherstel en daarin geestverwanten vindt bij de 'dissidente' rechercheurs Jan Paalman en zijn maatje, wier kritiek op het onderzoek hun carrière bij de politie kostte.
Frits Pril ramde destijds met zijn Ford Escort de omheining en reed de rampwijk in. Waarbij hij de woorden riep: 'Wat wordt hier verzweeng?' Woorden die tot op de dag van vandaag nagalmen in Enschede.
Tekst gaat verder onder foto

'Hoe kon dit?'
Geen journalist in ons land die zich zo in de vuurwerkramp heeft vastgebeten als de bevriende onderzoeksjournalist Rob Vorkink. In de tijd dat ik voor De Telegraaf werkte, riep hij regelmatig dat ik ook bij RTV Oost zou moeten werken. Dan konden we samen reportages maken. Dat kwam er uiteindelijk niet van. Twee weken voordat Vorkink totaal onverwacht overleed, was ik bij hem thuis. In de woonkamer stond een hele reeks dossiers en in het toilet hing de ingelijste voorpagina van De Telegraaf: 'Hoe kon dit?'
Een vraag waarop tot op de dag van vandaag nog altijd geen antwoord is gekomen.
Recht op antwoord
Of er ooit een antwoord komt op de prangende vraag wie verantwoordelijk was voor dat allereerste vlammetje? Ik waag het te betwijfelen.
Ik ben ervan overtuigd dat er mensen zijn die weten wat er die dag is gebeurd op het terrein van S.E. Fireworks. Twintig jaar lang hebben ze gezwegen. En waarom zouden ze dan nu ineens spreken?
Maar wie weet komt het er ooit nog van. Dat iemand gaat praten. Uit wroeging. Op zijn of haar sterfbed wellicht.
Enschede heeft recht op dat antwoord.
Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie? Tip de redactie via een WhatsApp-bericht: 06 - 57 03 33 33.