Stil leed op het platteland: boeren kampen met mentale problemen

De GGD startte het onderzoek nadat het uit verschillende hoeken van het land bezorgde geluiden ontving. Boeren zouden veelvuldig kampen met stress, psychosociale problemen en suïcidale gedachten. Bovendien zouden agrariërs niet zo gemakkelijk uit zichzelf praten over hun problemen, geen hulp zoeken en een grote kloof ervaren tussen de reguliere hulpverlening en hun eigen situatie en behoeftes.

Na zestien gesprekken met boeren concludeert de GGD dat er inderdaad sprake is van een serieus probleem op het platteland. Boeren blijken te kampen met vele factoren die een ongunstige invloed hebben op hun mentale gesteldheid.

Een groot deel heeft te maken met geldproblemen en een continu hoge werkdruk. Ook ervaren ze een negatief beeld in media en samenleving en is er de telkens veranderende regelgeving.

De zestien boeren die aan het onderzoek meededen willen anoniem blijven. Een van hen verwoordt de problemen als volgt: "Iedereen wil zich wel ergens mee bemoeien. Als je ziet, zo’n bedrijf als wij, hoeveel controleurs hier lopen, niet normaal." De maatschappij en de consument willen steeds meer, maar tegelijkertijd lagere prijzen en minder milieuvervuiling, is de gedachte onder boeren.

Het probleem wordt er niet eenvoudig op door de manier waarop de agrariërs omgaan met hun obstakels. Van oudsher reageren veel boeren erop door hard te werken en hun problemen vooral zelf op te willen lossen. Aan de bel trekken bij hulpinstanties blijkt niet eenvoudig, boeren worden daarbij belemmerd door schaamte en trots.

Samenvattend concludeert de GGD dat veel boeren regelmatig stress ervaren en de psychische nood soms hoog is. De GGD wil samen met professionals, verschillende (agrarische) organisaties en boeren kijken hoe de kloof tussen boer en hulpverleners kleiner gemaakt kan worden.