Nieuws

'Opamoord' Wierden: slachtoffer krijgt postuum alsnog gelijk en daarmee eerherstel

Zakenman Herman Smit (71) uit Wierden, slachtoffer in de spraakmakende 'opa-moord', is postuum door de rechter in het gelijk gesteld. Tijdens de rechercheverhoren biechtte de kleinzoon destijds op dat hij opa van het leven had beroofd om zo een einde te maken aan een slepende rechtszaak, waarin de familie verwikkeld was geraakt. Maar nadat de erfgenamen deze civiele procedure hebben voortgezet, heeft opa de rechtszaak alsnog 'gewonnen'. De nabestaanden zijn opgelucht: "We hebben dit gedaan voor opa. Met dit vonnis heeft hij eerherstel gekregen."
In deze spraakmakende zaak werd de lokaal bekende zakenman in november 2018 in zijn eigen woonboerderij aan de rand van Wierden met 38 messteken om het leven gebracht. Een week later werd zijn destijds 17-jarige kleinzoon aangehouden.

Afgeluisterde gesprekken

Zoals RTV Oost eerder al meldde, was het motief voor de 'opa-moord' een civiele claim waarin het slachtoffer bijna een half miljoen euro eiste van zijn zoon. Door opa te vermoorden, hoopte de kleinzoon deze rechtszaak te voorkomen. Dat bleek uit gesprekken tussen de kleinzoon en zijn ouders. Die gesprekken werden echter afgeluisterd door justitie, zo valt te lezen in het strafdossier Liberia.

Torenhoge huurachterstand

Opa en zijn zoon lagen al een tijdje zakelijk met elkaar overhoop. Nadat Smit zijn bedrijf Hewi Slangen jaren geleden had overgedaan aan zijn zoon, hield senior zelf het bedrijfspand en verhuurde dat via Hewi Vastgoed aan junior. Die liep vervolgens echter een torenhoge huurachterstand op.
Herman Smit sleepte daarop in 2017 zijn zoon voor de rechter. Behalve om de huurpenningen ging het in deze civiele procedure ook om vermeende leningen van Smit senior aan zijn zoon. Junior beweerde echter dat het niet om leningen ging, maar om schenkingen en dat hij die daarom niet hoefde terug te betalen.

Rechtszaak voortgezet

Nadat de kleinzoon van zijn ouders hoorde over de financiële problemen thuis kwam hij op het idee opa om te brengen. Daarmee dacht hij dat de civiele claim van tafel zou verdwijnen. Waar hij echter niet op rekende was dat de erfgenamen de rechtszaak van opa tegen diens zoon - de vader van de kleinzoon - zouden voortzetten. "Vooral omdat opa altijd heeft gezegd: 'Het gaat me niet om het geld, maar om mijn recht'. Daarom zijn we nu zo vastbesloten", aldus de nabestaanden.

Opa krijgt gelijk

Kantonrechter K. Haarhuis blijkt eerder dit jaar uitspraak te hebben gedaan in deze civiele procedure en heeft opa in het gelijk gesteld. Junior moet nu alsnog betalen. De erfgenamen laten echter weten dat ze tot op heden geen cent hebben gezien. "Er stond amper nog geld op de bedrijfsrekening. Hooguit enkele tientjes. Voor ons aanleiding beslag te laten leggen op de privébezittingen van junior, waaronder het huis van hem en zijn echtgenote. We blijven strijden tot de laatste snik: voor het gelijk van opa."
Los van het feit dat ze nog geen geld hebben ontvangen, vinden de erfgenamen dat ze een belangrijke overwinning hebben geboekt. "Opa wilde zijn recht en dat heeft hij postuum alsnog gekregen. Dat de kantonrechter hem in het gelijk heeft gesteld, daarmee heeft opa eerherstel gekregen."
Overigens loopt er los van de civiele claim, waarin de kantonrechter uitspraak heeft gedaan, ook nog een bodemprocedure. Met het huidige vonnis in de hand - waarin opa dus in het gelijk is gesteld - zeggen de nabestaanden ook de uitkomsten van de lopende bodemprocedure vol vertrouwen tegemoet te zien.

Incest-beschuldigingen

Opa kreeg op nog een ander - erg precair - punt postuum gelijk. Tijdens de rechercheverhoren beweerde de kleinzoon dat opa hem in zijn jeugd seksueel zou hebben misbruikt. De rechter in Almelo oordeelde echter dat deze incesttactiek louter was verzonnen in een poging een lagere straf af te dwingen.
Uit niets bleek namelijk dat er sprake was van ontucht en de rechter haalde in zijn vonnis dan ook vernietigend uit naar de kleinzoon. Die had met zijn aantijgingen opa ten onrechte in een kwaad daglicht gezet. "Verdachte heeft zijn opa na diens gruwelijke dood nog eens extra belasterd door hem nietsontziend te betichten van seksueel misbruik", aldus de rechtbank in het vonnis.

Beschuldigingen ingetrokken

In hoger beroep hield de rechter de kleinzoon voor dat hij nog een allerlaatste keer duidelijkheid kon verschaffen hoe het zat met die vermeende incest. Daarop trok de kleinzoon alsnog zijn eerdere beschuldigingen weer in en maakte duidelijk dat opa zich nimmer aan hem had vergrepen, zo blijkt uit het arrest van het gerechtshof.
"We kennen opa uiteraard ons hele leven al en hebben die aantijgingen nooit één enkel moment serieus genomen. Niettemin zien we het als eerherstel voor opa dat zijn kleinzoon tegenover het gerechtshof heeft verklaard dat zijn eerdere beschuldigingen vals waren", aldus de nabestaanden.

Medeplichtig?

Het gerechtshof ging overigens ook nog in op de vraag in hoeverre de ouders van de kleinzoon op de hoogte waren van de moordplannen en daarmee mogelijk in meer of mindere mate medeplichtig waren. Vooral omdat kleinzoon aan zijn eigen ouders maanden eerder al de vraag had gesteld. "Wat zou het zijn als opa dood was? Zou dan de rechtszaak doorgaan?"

Daar komt bij dat de kleinzoon samen met zijn moeder vlak voor het misdrijf blauwe latex handschoenen en een fors vleesmes had aangeschaft. De kleinzoon verklaarde tijdens de verhoren trouwens dat zijn moeder niet wist waar het mes voor was bedoeld. "Mijn moeder heeft dat mes echt gekocht voor haar eigen gebruik. Ik heb dat gewoon gejat voor het delict."

Niet bewezen

In navolging van de rechtbank komt ook het gerechtshof tot de conclusie dat niet kan worden bewezen dat de ouders betrokken waren bij de moordplannen.

"Hoewel op basis van het dossier diverse aanwijzingen bestaan voor de betrokkenheid van de moeder van verdachte kan op grond van dit dossier het bestanddeel medeplegen niet wettig en overtuigend worden bewezen", aldus het gerechtshof in het arrest.

Jeugd- of volwassenenstrafrecht

Tijdens het hoger beroep draaide het met name om de vraag of de kleinzoon volgens het jeugdrecht of het volwassenenstrafrecht moest worden veroordeeld. Het Openbaar Ministerie had de rechtbank Almelo gevraagd het volwassenenstrafrecht toe te passen. Omdat de kleinzoon 17,5 jaar en daarmee bijna volwassen was, maar ook gezien de ernst van het misdrijf.
Maar vooral ook wilde het OM dat het volwassenenstrafrecht zou worden toegepast vanwege de uiterst geraffineerde wijze waarop de kleinzoon had geprobeerd weg te komen met een zo laag mogelijke straf. Daarvoor had hij zijn 'uitgekiende strategie' - zoals de rechtbank het noemde - nadrukkelijk afgestemd met zijn ouders.
Het OM eiste daarop zeven jaar cel en tbs met dwangverpleging.

Complexe persoonlijkheidsstoornissen

De rechtbank Almelo vond echter dat de kleinzoon vanwege zijn complexe persoonlijkheidsstoornissen zo snel mogelijk moest worden behandeld. Met name om te voorkomen dat hij opnieuw in de toekomst opnieuw in de fout zou gaan. Eerst een jarenlange celstraf uitzitten, zou een doeltreffende behandeling alleen maar moeilijker maken. Daarop werd de kleinzoon veroordeeld tot twee jaar cel en jeugd-tbs.
Het OM ging daartegen in hoger beroep, maar ook het gerechtshof besloot het jeugdrecht toe te passen, waarop de kleinzoon in appèl dezelfde straf kreeg.

'Alles voor niets'

Het blijft wrang, benadrukken de nabestaanden. "Opa is vermoord in een poging die financiële claim ongedaan te maken. En dan heeft de rechtbank hem later alsnog in het gelijk gesteld. Nu is moord sowieso al zinloos, maar in dit geval heeft het dus totaal niets uitgehaald. Al die ellende is allemaal voor niets geweest."

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie? Tip de redactie via WhatsApp of via de mail.