Akkers op de heide vergroten biodiversiteit: "We hebben boeren hard nodig"

Op meerdere locaties op de Sprengenberg, op de Sallandse Heuvelrug, heeft Natuurmonumenten boekweit en rogge ingezaaid. Het zichtbare resultaat? Veldjes met bloeiende planten, midden op de heide.

"Je hoort het hier zoemen van de insecten. Het is een echte eldorado voor wespen, hommels, zweefvliegen en alle andere insecten, die allemaal snoepen van de nectar", zegt boswachter Jos Schouten van Natuurmonumenten. "En daar komen natuurlijk ook andere dieren op af, zoals vogels", vervolgt hij zijn verhaal.

Heide bloeit een paar weken per jaar, dat gebeurt van augustus tot in september. "Toch hebben insecten in het voorjaar al nectar nodig, dus daarom zijn akkers erg belangrijk voor ze", aldus Schouten.

Volgens de boswachter heeft de heide het moeilijk. "In die heideplantengemeenschap horen ook veel andere soorten planten die door milieuvervuiling al verdwenen zijn. Door te akkeren proberen we de basis van het ecosysteem te herstellen, zodat de hele voedselpiramide ervan kan profiteren."

"We hebben deze akkertjes licht bemest om de bodem te herstellen van de stikstof en verzuring die vanuit de lucht op de heidebodem komt. Uiteindelijk wordt dit akkertje weer heide, maar dan met wilde kruiden, die nu al lang verdwenen zijn."

De heide opofferen om er akkers van te maken is niet de bedoeling. "We hebben boeren hard nodig om aansluitend op de grenzen van het natuurgebied ook iets te doen met agrarisch natuurbeheer. Zodat de binnen en -buitenwereld van het natuurgebied kunnen functioneren als één systeem. Insecten kijken niet naar eigendommen en landgebruik, maar die kijken gewoon naar hun leefgebied."