Nieuws
OM: 'Enschedese vrouwenhandelaar liet zijn naam op slachtoffer tatoeëren'

Een 36-jarige Enschedeër zou vrouwen de prostitutie in dwingen, één van hen moest zelfs een tatoeage van zijn naam nemen. Dat zegt het Openbaar Ministerie (OM). De man beweert op zijn beurt dat politiemensen hem hebben mishandeld. De rechtbank wil dat allebei de claims worden onderzocht. Voor de man betekent dit dat hij naar het Pieter Baan Centrum (PBC) moet.
Volgens het OM heeft de man in 2016 en 2019 zeker vijf vrouwen de prostitutie in gedwongen. Hij isoleerde de vrouwen van hun familie en sloot ze op in een kamer van zijn woning. Hij bedreigde en intimideerde zijn slachtoffers constant, zegt het OM.
'Haren uit hoofd getrokken'
De advocate van de verdachte zegt dat er van alles misging bij de aanhouding van haar cliënt. Politiemensen zouden haren uit zijn hoofd hebben getrokken, en hem hebben bewerkt met een taser (een stroomstootwapen). Op deze manier probeerden ze hem te dwingen om toegang te geven tot zijn telefoon, aldus de advocate. Zij vroeg de rechtbank om opheldering hierover.
Een forse beschuldiging, die het OM tegenspreekt. "Er was geen enkele sprake van geweld bij zijn aanhouding", reageert de officier van justitie. De rechtbank wil dat er een onderzoek naar de aanhouding komt. Dit betekent dat alle betrokken leden van het arrestatieteam een verklaring op papier moeten zetten. Hierin moeten ze vertellen of ze geweld hebben gebruikt, en zo ja, welke vorm van geweld.
Lange wachttijden PBC
Wanneer de strafzaak tegen de Enschedeër inhoudelijk behandeld wordt, is onduidelijk. Omdat de man naar het PBC moet, kan dat zomaar volgend jaar worden; de wachttijden voor een observatie bij de instelling lopen op tot zeker zes maanden.
Begin november is er een nieuwe pro-forma zitting gepland.